Xerox Phaser 7800 Guía Del Usuario

Descargar
Página de 191
Installatie en instellingen 
 
32 
Phaser 7800-kleurenprinter 
 
Handleiding voor de gebruiker 
 
Overzicht van installatie en instellingen 
Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn 
gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Configureer de 
eerste instellingen van de printer en installeer vervolgens de driversoftware en hulpprogramma's op uw 
computer. 
U kunt een verbinding met uw printer maken via het netwerk met behulp van een Ethernetkabel, of 
rechtstreeks met behulp van een USB-kabel. De vereisten voor hardware en bekabeling zijn afhankelijk 
van de verschillende verbindingsmethoden. Routers, netwerkhubs, netwerkschakelaars, modems, Ethernet 
en USB-kabels zijn niet bij uw printer inbegrepen en moeten apart worden aangeschaft. Xerox raadt een 
Ethernetverbinding aan, omdat deze meestal sneller is dan een USB-verbinding en rechtstreeks toegang 
verschaft tot printerinstellingen via CentreWare Internet Services. 
Voor gedetailleerde informatie over verbindings- en netwerkinstellingen drukt u de pagina Instelling 
verbinding af: 
1.  Selecteer Printer op het bedieningspaneel. 
2.  Selecteer Referentiemateriaal afdrukken op het tabblad Informatie. 
3.  Selecteer Instelling verbinding
4.  Selecteer Afdrukken
Voor meer informatie over het configureren van de printerinstellingen raadpleegt u de System 
Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op 
. 
 
De printer fysiek op het netwerk aansluiten 
Gebruik een Ethernetkabel van het type Category 5 of beter om de printer op het netwerk aan te sluiten. 
Een Ethernet-netwerk wordt gebruikt voor een of meer computers en ondersteunt vele printers en 
systemen gelijktijdig. Een Ethernet-aansluiting verschaft rechtstreeks toegang tot printerinstellingen via 
CentreWare Internet Services. 
De printer aansluiten: 
1.  Sluit het netsnoer op de printer aan en steek de stekker in het stopcontact. 
2.  Sluit een uiteinde van een Ethernetkabel van het type Category 5 of beter aan op de Ethernetpoort 
op de printer. Sluit het andere uiteinde van de Ethernetkabel op een correct geconfigureerde 
netwerkpoort op een hub of router aan. 
3.  Schakel de printer in.