Xerox SmartSend Support & Software Guía Del Usuario
3-24
Distributiewerkstromen
Documentnaam en -type
Op de pagina Documentnaam en -type kunt u de bestandsnaam, het type en de indeling van de gescande
documenten die met SMARTsend zijn gemaakt, configureren.
documenten die met SMARTsend zijn gemaakt, configureren.
Zo gaat u naar de pagina Documentnaam en -type:
1
Ga naar de Homepage van de gebruiker en klik op Alle werkstromen bekijken.
2
Selecteer in de lijst met werkstromen in de Werkstroomverkenner de werkstroom waarvan u de
documentnaam of -indeling wilt wijzigen.
documentnaam of -indeling wilt wijzigen.
3
Klik op Deze werkstroom bewerken uit de lijst met werkstroomtaken in het linkervak.
4
Klik in de toepassing Werkstroom bewerken op Documentnaam en -type in het linkervak.
Documentnaam
De opties voor Documentnaam definiëren de naam van het uitvoerbestand dat moet worden gegenereerd.
Identificatie-informatie wordt toegepast nadat het document is gescand. Ga na wat de beperkingen
(welke tekens kunt u gebruiken, wat is het beleid voor overschrijven van bestanden) zijn van uw
bestandsbestemmingen voordat u het uitvoerdocument een naam geeft.
Identificatie-informatie wordt toegepast nadat het document is gescand. Ga na wat de beperkingen
(welke tekens kunt u gebruiken, wat is het beleid voor overschrijven van bestanden) zijn van uw
bestandsbestemmingen voordat u het uitvoerdocument een naam geeft.
De mogelijkheid om de naam van het uitvoerbestand (documentnaam) tijdens het scannen te wijzigen, is
aan de volgende beperkingen onderhevig:
aan de volgende beperkingen onderhevig:
Wanneer u apparaatscansjablonen op Xerox WorkCentre Pro 232/238/245/255/265/275 of nieuwere
apparaten gebruikt, kunt u de documentnaam niet tijdens het scannen wijzigen tenzij de optie Naam
opgegeven bij scanbron in de werkstroom is geselecteerd. Deze beperking is niet van toepassing op
oudere apparaten waarbij u de documentnaam tijdens het scannen kunt overschrijven, ongeacht de
naamgevingsoptie die in de werkstroom is gespecificeerd.
apparaten gebruikt, kunt u de documentnaam niet tijdens het scannen wijzigen tenzij de optie Naam
opgegeven bij scanbron in de werkstroom is geselecteerd. Deze beperking is niet van toepassing op
oudere apparaten waarbij u de documentnaam tijdens het scannen kunt overschrijven, ongeacht de
naamgevingsoptie die in de werkstroom is gespecificeerd.
Wanneer u PaperWare-sjablonen gebruikt die bewerkbare documentkenmerken op Xerox WorkCentre
Pro 232/238/245/255/265/275 of nieuwere apparaten bevatten, heeft u altijd toestemming om de
documentnaam op de gebruikersinterface van het apparaat te wijzigen. De naamgevingsoptie van het
document die wordt gebruikt om het document te distribueren, is de optie die in de werkstroom is
gespecificeerd die wordt gebruikt om de sjabloon te publiceren.
Pro 232/238/245/255/265/275 of nieuwere apparaten bevatten, heeft u altijd toestemming om de
documentnaam op de gebruikersinterface van het apparaat te wijzigen. De naamgevingsoptie van het
document die wordt gebruikt om het document te distribueren, is de optie die in de werkstroom is
gespecificeerd die wordt gebruikt om de sjabloon te publiceren.
De scansjabloon Mijn_e-mail gebruikt altijd een documentnaam die op de scanbron is verstrekt en
een gebruiker kan deze tijdens het scannen op alle ondersteunde apparaten wijzigen.
een gebruiker kan deze tijdens het scannen op alle ondersteunde apparaten wijzigen.
Naam
Met Naam geeft u het uitvoerbestand een naam. De naamgevingsopties zijn als volgt:
Naam: Een bestandsnaam invoeren voor het uitvoerdocument. De naam die u invoert mag
alfanumerieke tekens, streepjes en onderstrepingstekens bevatten. Spaties zijn niet toegestaan. Deze
naam is de basisbestandsnaam van het uitvoerbestand. Als een achtervoegsel voor de naam is
opgegeven, is de resulterende uitvoerbestandsnaam de basisbestandsnaam die in dit bewerkingsvak
wordt ingevoerd, gevolgd door het achtervoegsel (datum en tijd of een unieke ID of helemaal niets)
en de bestandsnaamextensie. De resulterende uitvoerbestandsnaam ziet er dan als volgt uit:
alfanumerieke tekens, streepjes en onderstrepingstekens bevatten. Spaties zijn niet toegestaan. Deze
naam is de basisbestandsnaam van het uitvoerbestand. Als een achtervoegsel voor de naam is
opgegeven, is de resulterende uitvoerbestandsnaam de basisbestandsnaam die in dit bewerkingsvak
wordt ingevoerd, gevolgd door het achtervoegsel (datum en tijd of een unieke ID of helemaal niets)
en de bestandsnaamextensie. De resulterende uitvoerbestandsnaam ziet er dan als volgt uit:
Basisbestandsnaam + achtervoegsel + bestandsnaamextensie
Als er geen achtervoegsel wordt opgegeven, ziet de resulterende uitvoerbestandsnaam er als volgt uit:
Basisbestandsnaam + bestandsnaamextensie
O
PMERKING
:
De pagina Documentnaam en -type kan ook worden geopend via de koppeling
Distributiewerkstroom toevoegen wanneer er een werkstroom wordt gemaakt.