Pentax WG-3 GPS Guía De Operación
98
3
O
p
nam
e
n m
a
ke
n
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
1
Selecteer [Gevoeligheid] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
3
Wijzig de gevoeligheid met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Gevoeligheid instellen
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld door de camera.
(Standaardwaarde: gevoeligheid 125-1600).
125
Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper met minder
ruis. Bij weinig licht wordt de sluitertijd langer.
ruis. Bij weinig licht wordt de sluitertijd langer.
200
400
800
400
800
Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij
slechte lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera
slechts een beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben.
Opnamen kunnen echter wel ruis (vlekken) bevatten.
slechte lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera
slechts een beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben.
Opnamen kunnen echter wel ruis (vlekken) bevatten.
1600
3200
6400
3200
6400
• In sommige opnamestanden kan de gevoeligheid niet worden gewijzigd.
Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.210) voor details.
• Wanneer de opnamestand wordt ingesteld op
(Rapport), wordt het
bereik met de gevoeligheid op AUTO vast ingesteld op 125-6400.
• Wanneer [Shake Reduction] op [Beide] staat, kunnen 3200 en 6400 niet
worden geselecteerd.
• Wanneer [Hooglichtcor.] op [Aan] staat, wordt de minimumgevoeligheid
verdubbeld.
De instelling voor gevoeligheid opslaan 1p.128