Panasonic DP-150FP Guía De Operación
64
Werken met de antwoordapparaat-interface
1
Wanneer uw combinatie fax/antwoordapparaat een binnenlopende oproep ontvangt,
beantwoordt het antwoordapparaat altijd eerst de oproep: het laat de uitgaande
boodschap horen die u hebt opgenomen. Tijdens die periode controleert het
faxtoestel de lijn om na te gaan om welk soort oproep het gaat (fax of gesprek).
beantwoordt het antwoordapparaat altijd eerst de oproep: het laat de uitgaande
boodschap horen die u hebt opgenomen. Tijdens die periode controleert het
faxtoestel de lijn om na te gaan om welk soort oproep het gaat (fax of gesprek).
2a
Gaat het om een fax-oproep,
Dan wordt meteen het faxtoestel
ingeschakeld, dat het document van bij
de correspondent begint te ontvangen.
ingeschakeld, dat het document van bij
de correspondent begint te ontvangen.
2b
Gaat het om een gewoon gesprek,
Dan blijft uw antwoordapparaat aan het
werk: na de uitgaande boodschap kan het
een bericht vanwege uw correspondent
opnemen.
werk: na de uitgaande boodschap kan het
een bericht vanwege uw correspondent
opnemen.
Voorbeeld van een uitgaande boodschap
Met Desmet. lk kan nu helaas niet zelf opnemen, maar u kunt na het signaal een boodschap
inspreken. Wou u een fax sturen, dan kunt u meteen twee keer op het sterretje van uw telefoontoestel
drukken en uw fax inschakelen. Bedankt.
Met Desmet. lk kan nu helaas niet zelf opnemen, maar u kunt na het signaal een boodschap
inspreken. Wou u een fax sturen, dan kunt u meteen twee keer op het sterretje van uw telefoontoestel
drukken en uw fax inschakelen. Bedankt.
Geluidloze detectiemodus
In deze modus kan uw faxtoestel omschakelen naar faxmodus als het documenten ontvangt van toes-
tellen die geen faxsignaal doorsturen (korte bleptoon). Het vermijdt ook dat uw TAM blanco inkomende
berichten opneemt (lange stilte).
tellen die geen faxsignaal doorsturen (korte bleptoon). Het vermijdt ook dat uw TAM blanco inkomende
berichten opneemt (lange stilte).
Om deze funktie te aktiveren
1. Stel faxparameter No. 20 (STILTE DETECTOR) in op 2 : Valid. (aktief - zie blz. 37)
2. Stel de tijdsduur in van het op uw TAM opgenomen uitgaand bericht aan de hand van faxparameter
1. Stel faxparameter No. 20 (STILTE DETECTOR) in op 2 : Valid. (aktief - zie blz. 37)
2. Stel de tijdsduur in van het op uw TAM opgenomen uitgaand bericht aan de hand van faxparameter
No. 19 (LENGTE MELDTEKST). (Zie blz. 37)
[Het is aanbevolen een tijdsduur in te stellen die 5 of 6 seconden langer is dan de eigenlijke tijd van het
uitgaand bericht.]
uitgaand bericht.]
Documenten ontvangen