Panasonic th-152ux1 Guía De Operación

Descargar
Página de 54
26
Geavanceerde instellingen (Advanced settings)
Beeldinstellingen
Opmerkingen:
•  U kunt het niveau van iedere functie (Contrast, 
Brightness, Colour, Hue en Sharpness) voor 
ieder “Beeldfunctie” instellen.
•  De instellingen voor “Normal”, “Dynamic”, 
“Cinema” en “Monitor” worden voor iedere 
ingangssignaalfunctie afzonderlijk in het 
geheugen vastgelegd.
•  Er is weinig verandering als de helderheid van 
een helder beeld wordt verhoogd of de helderheid 
van een donker beeld wordt verzwakt.
Menu-onderdeel
Effect Instelling
Contrast
Minder
Meer
Voor het instellen van het 
contrast overeenkomstig de 
lichtomstandigheden in de kamer.
Brightness
Donkerder
Lichter
Voor een meer duidelijke 
weergave van donkere beelden 
zoals avond- of nachtscènes.
Colour
Minder
Meer
Voor het versterken of 
verzwakken van de kleuren.
Hue
Roodachtig Groenachtig
Voor het instellen van een 
mooie huidskleur.
Sharpness
Minder
Meer
Voor het instellen van de 
beeldscherpte.
Menu-onderdeel
Effect Bijzonderheden
Black extension
(zwart-schakering)
Minder
Meer
Voor het instellen van de schakering van de donkere schaduwen in het beeld.
Input level
(ingangsniveau)
Minder
Meer
Voor het instellen van de gebieden die erg helder zijn en moeilijk te zien.
Gamma
Minder
Meer
S Curve 
 2.0 
 2.2 
 2.6
“W/B” 
adjustment
Minder
Meer
W/B High R/G/B: aanpassing van de witbalans voor lichtrode, lichtgroene en 
lichtblauwe gebieden. 
W/B Low R/G/B: aanpassing van de witbalans voor donkerrode, donkergroene 
en donkerblauwe gebieden.
Voer de “W/B” instelling als volgt uit.
1.  Stel de witbalans voor de heldere gebieden af met de “W/B High R”, “W/B High 
G” en “W/B High B” functies.
2.  Stel de witbalans voor de donkere gebieden af met de “W/B Low R”, “W/B Low 
G” en “W/B Low B” functies.
3. Herhaal de stappen 1 en 2.
De instellingen in de stappen 1 en 2 beïnvloeden elkaar wederzijds. Herhaal 
de stappen beurtelings om de juiste instellingen te maken.
Cinema 
reality
Off
On
Indien deze functie is ingeschakeld, probeert het display een meer natuurlijke 
weergave te verwezenlijken van bronnen, zoals speelfi  lms, die met 24 beelden/ 
seconde zijn opgenomen. Als het beeld niet stabiel is, schakelt u de instelling uit.
Opmerking:
Indien ingeschakeld, is de instelling alleen van invloed op het volgende ingangssignaal:
525i (480i), 625i (575i), 1125 (1080) / 60i
Studio Gain
Off
On
Hiermee wordt het contrast verscherpt, voor een duidelijker zicht wanneer een 
deel van het beeld erg licht is.
Off: Uitschakelen van “Studio Gain” (studio-signaalversterking).
On: Inschakelen van “Studio Gain” (studio-signaalversterking).
Opmerkingen:
•  U kunt “Studio Gain” wijzigen als u “Studio mode” in het menu Options hebt 
ingesteld op “On”. Als “Studio mode” is ingesteld op “Off”, is deze instelling ook 
ingesteld op “Off” en kunt u deze niet wijzigen. (zie pagina 43)
• Deze instelling geldt alleen met de ingangssignalen als volgt:
  RGB (analoog), SDI, HDMI
Opmerkingen:
•  De instellingen worden voor iedere ingangssignaalfunctie afzonderlijk in het geheugen vastgelegd.
•  Gebruik de waarden van het instelbereik als referentie.