Geo PCK-EN-005 Hoja De Datos

Descargar
Página de 24
14
12. Installatie van de stroomtransformator
De installatie van de stroomtransformator mag uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd. Indien de
vorige hoofdstukken reeds door de klanten werden uitgevoerd, moet alleen dit deel (naast de algemene
veiligheidsinstructies) door de vakman in acht worden genomen.
De volgende beschrijving gaat ervan uit dat de vorige hoofdstukken succesvol werden uitgevoerd.
Stap 1:
Voor de veiligheid moet worden gecontroleerd of er een draadloze verbinding tussen scherm en
transmitter (kleine bos met aansluitingen voor de stroomtransformator) bestaat. Dit is het geval als het
rechts afgebeelde symbool op het scherm oplicht.
Als het symbool knippert:
• Batterijen controleren: zwakke batterijen leiden tot een verminderd zendvermogen van de transmitter
• Stroomtoevoer naar het scherm kort onderbreken: gewone communicatiestoringen worden opgelost door opnieuw
op te starten.
• Afstand tussen scherm en transmitter verminderen: Het bereik bedraagt in huis normaal gezien 30 meter en
overwindt twee muren of verdiepingen. Omgevingsinvloeden of bijzonderheden van het gebouw (staalbeton-
constructie) kunnen het bereik verminderen.
• Controleer of er zich metalen voorwerpen in de buurt van de transmitter of het scherm bevinden; metalen
voorwerpen verminderen het bereik van het draadloos signaal.
• Controleer of huishoudelijke toestellen in gebruik zijn die storingen in de frequentieband kunnen veroorzaken;
enkele huishoudelijke apparaten kunnen de ENSEMBLE-apparaten storen (lichtdimmers, haardrogers, elektroni-
sche thermostaat met draadloze modules, etc.).
Als er geen draadloze verbinding kan worden gemaakt, reset u het draadloos netwerk en maakt u opnieuw een
manuele draadloze verbinding (PAIRING) (neem het overeenkomstig hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing in acht).
Stap 2:
De stroomtransformatoren kunnen als volgt in alle huishoudelijke installaties van 230 V worden opgenomen.
• De stroomtransformatoren moeten direct na de EVU-meter aan de leidingen van de afzonderlijke fasen worden
aangesloten om alle verbruikers, die ook de meter mist, te meten.
De stroomrichting door de transformator is van geen belang, maar moet bij alle sensoren dezelfde zijn.
• De sensoren kunnen in willekeurige volgorde aan de transmitter worden aangesloten.