Xerox Phaser EX7750 Fascicule
2
2-12
Inleiding tot Command WorkStation en Command WorkStation LE
Een bepaalde server of verschillende EX7750-servers*
controleren
controleren
In Command WorkStation kunt aangeven dat in het venster Actieve taken, het venster
Taken en in de activiteitenmonitor taakgegevens worden weergegeven voor een enkele
EX7750 of voor alle aangesloten EX7750-servers.
Taken en in de activiteitenmonitor taakgegevens worden weergegeven voor een enkele
EX7750 of voor alle aangesloten EX7750-servers.
D
E
EX7750
OPGEVEN
DIE
OP
DIT
MOMENT
WORDT
GECONTROLEERD
1.
Klik op de pijl in het menu Serverselectie van het venster Actieve taken, het venster
Taken of de activiteitenmonitor.
Taken of de activiteitenmonitor.
Er wordt een lijst met de namen van alle aangesloten EX7750-servers weergegeven.
2.
Als u de taken voor een bepaalde EX7750 wilt weergeven, selecteert u de EX7750
in de lijst. Als u de taken voor alle aangesloten servers van de EX7750 wilt weergeven,
selecteert u de optie Alle servers.
in de lijst. Als u de taken voor alle aangesloten servers van de EX7750 wilt weergeven,
selecteert u de optie Alle servers.
De afdruktaken voor de geselecteerde EX7750-servers worden weergegeven.
De grafische interface aanpassen
Command WorkStation en Command WorkStation LE hebben een zeer flexibele
interface. Zo kunt u onderdelen van de interface weergeven, verbergen, opnieuw
schikken of dokken. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat u slechts enkele onderdelen
nodig hebt of dat u het handiger vindt bepaalde onderdelen naast elkaar weer te geven
in plaats van onder elkaar. In Command WorkStation kunt u kiezen uit drie vooraf
ingestelde soorten opmaak.
interface. Zo kunt u onderdelen van de interface weergeven, verbergen, opnieuw
schikken of dokken. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat u slechts enkele onderdelen
nodig hebt of dat u het handiger vindt bepaalde onderdelen naast elkaar weer te geven
in plaats van onder elkaar. In Command WorkStation kunt u kiezen uit drie vooraf
ingestelde soorten opmaak.
U kunt ook de weergave van taaklabelinformatie in de vensters Actieve taken en Taken
aanpassen. Zie
aanpassen. Zie
op pagina 3-9 voor meer informatie.
Opmaakstijlen gebruiken*
In Command WorkStation kunt u kiezen uit drie vooraf gedefinieerde en drie
aanpasbare opmaakstijlen. Wanneer u de opdracht voor een opmaakstijl kiest, wordt
de weergave bijgewerkt met een specifieke ordening van onderdelen.
aanpasbare opmaakstijlen. Wanneer u de opdracht voor een opmaakstijl kiest, wordt
de weergave bijgewerkt met een specifieke ordening van onderdelen.