Xerox Phaser 7760 Fascicule

Page de 108
Windows 98 SE
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-14
3.
Klik met de rechtermuisknop op de printer die u aan de nieuwe TCP/IP-poort wilt 
koppelen en kies Eigenschappen.
4.
Selecteer het tabblad Details en klik op de knop Poort toevoegen.
5.
Selecteer Overig.
6.
Selecteer PhaserPort in de lijst met beschikbare printerpoortmonitors en klik op OK.
Een poort configureren
Met PhaserPort kunt u:
Een naam kiezen voor de nieuwe poort.
De DNS-naam of het IP-adres van de printer opgeven.
Een poort installeren met behulp van PhaserPort:
1.
In het venster Add PhaserPort (PhaserPort toevoegen):
Geef in het deelvenster Description (Beschrijving) een unieke naam op voor de 
poort die u toevoegt.
Vul in het deelvenster DNS/Address (DNS/Adres) de hostnaam of het IP-adres 
van de printer in.
2.
Klik op OK.
Een PhaserPort IP-adres wijzigen
Als het IP-adres van de printer is gewijzigd, moet u het IP-adres van de overeenkomstige 
printerpoort ook wijzigen:
1.
Klik achtereenvolgens op StartInstellingen en Printers.
2.
Klik met de rechtermuisknop op de printer waarvoor u een nieuw PhaserPort IP-adres wilt 
instellen en kies Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad Details. 
4.
Controleer of PhaserPort in het veld Afdrukken naar de volgende poort staat.
5.
Klik op Poortinstellingen. Het dialoogvenster PhaserPort configureren verschijnt.
6.
Verricht een van de volgende handelingen:
a.
Als u het IP-adres of de DNS-naam van de printer kent, geeft u deze informatie op.
b.
Als u het IP-adres of de DNS-naam van de printer niet kent, klikt u op Bladeren om 
de lijst met printers weer te geven die zich op het netwerk bevinden. 
c.
Dubbelklik op de juiste printer. PhaserPort voert automatisch de overeenkomstige 
informatie in het dialoogvenster PhaserPort configureren in. 
Opmerking:
Als u het netwerk nogmaals wilt doorzoeken, klikt u op Vernieuwen. Als u 
ook andere subnetwerken wilt doorzoeken, klikt u op Geavanceerd
7.
Klik op OK.
8.
Klik nogmaals op OK om de wijzigingen door te voeren.