Fujifilm FUJIFILM X-T1 Manuel Du Propriétaire

Page de 152
8
Lenzen
Lenzen met diafragmaringen
Lenzen met diafragmaringen
Bij instellingen die anders zijn 
dan A kunt u diafragma aanpas-
sen door aan de diafragmaring 
van de lens te draaien (belich-
tingsstanden A en M).
Diafragmaring
A 16 11 8 5.6 4 2.8
A 16 11 8 5.6 4
  Diafragmastandenschakelaar
 Diafragmastandenschakelaar
Als de lens over een diafragmastandenschakelaar 
beschikt, kan het diafragma handmatig worden aange-
past door de schakelaar naar 
Z te schuiven en aan de 
diafragmaring te draaien.
Diafragmaring
Diafragmastandenschakelaar
Lenzen zonder diafragmaringen
Lenzen zonder diafragmaringen
De methode die wordt gebruikt voor het aanpas-
sen van het diafragma kan worden geselecteerd 
met behulp van de 
DIAFRAGMA-INSTEL.-optie 
(
P 82) in het opnamemenu. Wanneer er een 
andere optie dan AUTO is geselecteerd, kan het 
diafragma worden aangepast met behulp van de 
achterste instelschijf.
 
R Diafragmaregeling is standaard op de achterste instel-
schijf, maar kan opnieuw worden toegewezen naar de 
voorste instelschijf met behulp van 
COMMANDO-
SCHIJF INSTELLING optie in het set-up menu.