Fujifilm FUJIFILM X-T1 Manuel Du Propriétaire
47
Me
er
er
o
v
er
f
o
to
gr
afi
afi
e
en
afspel
afspel
en
Een belichtingsstand kiezen
Sluiterprioriteit AE (S)
Sluiterprioriteit AE (S)
Om de sluitertijd handmatig aan te passen terwijl de camera het diafrag-
ma kiest voor optimale belichting, stel het diafragma in op A en gebruik
de instelschijf voor de sluitertijd (als A momenteel is geselecteerd voor de
sluitertijd, druk op de ontgrendelingsknop van de instelschijf terwijl u aan
de instelschijf draait). S verschijnt in het scherm.
ma kiest voor optimale belichting, stel het diafragma in op A en gebruik
de instelschijf voor de sluitertijd (als A momenteel is geselecteerd voor de
sluitertijd, druk op de ontgrendelingsknop van de instelschijf terwijl u aan
de instelschijf draait). S verschijnt in het scherm.
R Bij andere instellingen dan 180X kan de sluitertijd ook worden aangepast in stap-
pen van 1
/
3 LW door aan de voor-instelschijf te draaien. De sluitertijd kan worden
gewijzigd zelfs wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Q Indien het met de gekozen sluitertijd niet mogelijk is om tot een goede be-
lichting te komen, dan wordt het diafragma rood weergegeven wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt. Pas de sluitertijd aan totdat een goede
belichting is verkregen.
ontspanknop half wordt ingedrukt. Pas de sluitertijd aan totdat een goede
belichting is verkregen.
Diafragmastandenschakelaar
S
200
2000
11
1
2
2
3
3
3
00
Q Als het onderwerp zich buiten het bereik van de belichtingsmeter van de camera bevindt, wordt het diafragma
weergegeven als „– – –”.
Gevoeligheid en het diepteveld
Gevoeligheid en het diepteveld
Als u een korte sluitertijd kiest, wanneer het onderwerp slecht belicht is, zal de
camera in het automatisch belichten programma een groter diafragma selecteren.
Dit produceert de juiste belichting, maar kan ook de scherptediepte verminderen
zodat minder van het gebied achter en voor uw onderwerp scherp is gesteld
(zie de bovenste illustratie rechts). Om te stoppen met een kleiner diafragma en
vergroot scherptediepte zoals aangeduid in de tweede van de twee afbeeldingen
rechts selecteert u een hogere gevoeligheid.
camera in het automatisch belichten programma een groter diafragma selecteren.
Dit produceert de juiste belichting, maar kan ook de scherptediepte verminderen
zodat minder van het gebied achter en voor uw onderwerp scherp is gesteld
(zie de bovenste illustratie rechts). Om te stoppen met een kleiner diafragma en
vergroot scherptediepte zoals aangeduid in de tweede van de twee afbeeldingen
rechts selecteert u een hogere gevoeligheid.