Fujifilm FUJIFILM X-T1 Manuel Du Propriétaire

Page de 152
56
De DRIVEschijf
Continu fotograferen (Uitbarstingstand)
Continu fotograferen (Uitbarstingstand)
Leg beweging vast in een serie foto’s.
  1
 Draai de DRIVE schijf voor het selecteren van CH 
(continu hoge snelheid) of CL (continu lage snel-
heid).
  2
  Maak foto’s. De camera maakt foto’s terwijl de 
ontspanknop wordt ingedrukt; de opname 
eindigt als de ontspanknop wordt losgelaten, 
het maximaal aantal foto’s is gemaakt of de 
geheugenkaart vol is.
 
R De beeldsnelheid varieert met het onderwerp, de 
sluitersnelheid, gevoeligheid en de scherpstelstand 
en kan mogelijk vertragen als er meer foto’s worden 
gemaakt.
 
R De fl itser schakelt automatisch uit; de eerder ingestel-
de fl itsmodus wordt weer geselecteerd wanneer de 
stand voor continu fotograferen wordt uitgeschakeld.
 
R Er is mogelijk extra tijd vereist om foto’s op te slaan 
wanneer de opname eindigt.
 
R Als de bestandsnummering 999 bereikt voordat het 
fotograferen is voltooid, worden de resterende foto’s 
opgeslagen in een nieuwe map (
P 93).
 
R In sommige drivestanden kan het voorkomen dat de 
opname niet begint als er onvoldoende beschikbare 
ruimte is op de geheugenkaart.
  Scherpstelling en belichting
  Scherpstelling en belichting
Om de scherpstelling en de belichting bij elke opname 
te variëren, selecteer scherpstelstand C; in andere stan-
den worden scherpstelling en belichting bepaald bij de 
eerste foto in iedere serie.
 
Q Wanneer CH is geselecteerd, 
stelt de camera scherp met 
behulp van de focuskaders 
rechts weergegeven.
 
Q Focus tracking prestaties 
variëren afhankelijk van het 
diafragma, gevoeligheid en de 
opnameomstandigheden.
1000
F3.3
CH Focuskadersstand