Fujifilm FinePix HS50EXR Manuel Du Propriétaire
100
Het menu Instellingen
t
t
OPSLAAN SET-UP
OPSLAAN SET-UP
Pas bestandsbeheerinstellingen aan.
■
■ NUMMERING
NUMMERING
Nieuwe foto’s worden opge-
slagen in bestanden waarvan
de bestandsnamen beginnen
met een viercijferig bestands-
nummer dat telkens met één
wordt verhoogd. Tijdens het
afspelen wordt het bestandsnummer weergegeven,
zoals de afbeelding rechts laat zien. Met NUMME-
RING kan het bestandsnummer worden teruggezet
op 0001, bijvoorbeeld omdat er een nieuwe geheu-
genkaart is geplaatst of omdat de geheugenkaart of
het interne geheugen opnieuw is geformatteerd.
slagen in bestanden waarvan
de bestandsnamen beginnen
met een viercijferig bestands-
nummer dat telkens met één
wordt verhoogd. Tijdens het
afspelen wordt het bestandsnummer weergegeven,
zoals de afbeelding rechts laat zien. Met NUMME-
RING kan het bestandsnummer worden teruggezet
op 0001, bijvoorbeeld omdat er een nieuwe geheu-
genkaart is geplaatst of omdat de geheugenkaart of
het interne geheugen opnieuw is geformatteerd.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
CONTINU
CONTINU
De nummering gaat verder vanaf het
laatst gebruikte bestandsnummer of
het eerst beschikbare bestandsnummer,
welke dan ook het hoogst is. Selecteer
deze opties om minder bestanden met
dezelfde bestandsnaam te krijgen.
laatst gebruikte bestandsnummer of
het eerst beschikbare bestandsnummer,
welke dan ook het hoogst is. Selecteer
deze opties om minder bestanden met
dezelfde bestandsnaam te krijgen.
RESET
RESET
De nummering wordt teruggezet op
0001 als een nieuwe geheugenkaart is ge-
plaatst of het geheugen is geformatteerd.
0001 als een nieuwe geheugenkaart is ge-
plaatst of het geheugen is geformatteerd.
1
• Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 be-
• Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 be-
reikt, dan wordt de ontspanknop geblokkeerd (
P 113).
• Met
R RESET (P 95) wordt NUMMERING ingesteld
op CONTINU maar wordt de nummering niet terugge-
steld.
steld.
• De framenummers van foto’s die met andere camera’s
zijn genomen, zijn meestal niet dezelfde.
■
■ ORIG. FOTO OPSLAAN
ORIG. FOTO OPSLAAN
Kies AAN om niet-verwerkte exemplaren op te slaan
van naadloze
van naadloze
z
-panorama’s of foto’s die zijn ge-
nomen met
B VERWIJDER R. OGEN, j LAAG
LICHT MODUS of
i PRO FOCUS MODUS.
■
■ DATUMSTEMPEL
DATUMSTEMPEL
Merk de opnametijd en/of opnamedatum op foto’s
op het moment dat ze worden gemaakt.
op het moment dat ze worden gemaakt.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
R
R+
+
S
S
Merk nieuwe foto’s met de opnameda-
tum en -tijd.
tum en -tijd.
R
R
Merk nieuwe foto’s met de opnameda-
tum.
tum.
UIT
UIT
Merk geen opnametijd en -datum op
nieuwe foto’s.
nieuwe foto’s.
100-0001
100-0001
Framenummer
Bestandsnummer
Mapnummer