Brother HL-2460 Mode D'Emploi

Page de 168
HOOFDSTUK 2 AFDRUKKEN VIA TCP/IP
2-10
De rest van de gegevens hoeft niet te worden ingevuld. Klik op OK. De pipe behoort nu
gemarkeerd te zijn (dubbelklik erop als hij niet gemarkeerd is).
Klik op Create om de printer te maken.
Open de map LAN Services en voer het programma LAN Requester uit:
1.  Selecteer Definitions
2.  Selecteer Aliases
3.  Selecteer Printers
4.  Selecteer Create. Voer onderstaande gegevens in:
Alias
Moet hetzelfde zijn als de naam van de
zojuist gespecificeerde printer
Beschrijving
Een willekeurige beschrijving
Servernaam
Naam van de OS/2-server
Spoolerwachtrij
Naam van de zojuist gespecificeerde printer
Maximum aantal gebruikers
Laat dit vak leeg, tenzij u het aantal
gebruikers wilt beperken
5.  Sluit het programma LAN Requester af.
6.  U moet nu kunnen afdrukken. Als u de wachtrij wilt testen, typt u onderstaande
gegevens bij de OS/2-prompt of op een DOS-werkstation:
7.  COPY C:\CONFIG.SYS \\servernaam\alias
8.  Waar servernaam de naam is van de bestandsserver en alias de aliasnaam die u tijdens
de configuratie hebt gespecificeerd. Als alles goed is, wordt nu het bestand
CONFIG.SYS op de printer afgedrukt. Houd er rekening mee dat de regels
versprongen zullen zijn indien u als LPD-printernaam een binaire service had
geselecteerd; u hoeft zich echter geen zorgen te maken, de gangbare DOS-, Windows-
en OS/2-toepassingen zullen probleemloos afdrukken.
9.  De Brother-afdrukserver verschijnt nu als een standaard OS/2-printer voor  gebruik
met uw toepassingsprogramma’s. Als u wilt dat de afdrukserver transparant werk met
DOS-programma’s, moet u op elk werkstation de volgende opdracht uitvoeren:
10.  NET USE LPT1: \\servernaam\alias
11.  De software gaat er nu vanuit dat de printer en de Brother-afdrukserver rechtstreeks
zijn aangesloten op de parallelle poort van het werkstation.