Panasonic DMCGM1EG Mode D’Emploi
138
6. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
De camera vindt automatisch het gezicht van de persoon. De
focus en de belichting worden ingesteld op de waarden die het
best passen bij dat gezicht, ongeacht waar het gezicht zich in
het beeld bevindt. (max. 15 zones)
Als het toestel een gezicht detecteert, wordt de AF-zone
weergegeven.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame groen wanneer het
toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
focus en de belichting worden ingesteld op de waarden die het
best passen bij dat gezicht, ongeacht waar het gezicht zich in
het beeld bevindt. (max. 15 zones)
Als het toestel een gezicht detecteert, wordt de AF-zone
weergegeven.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame groen wanneer het
toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
•
•
Als [
š
] geselecteerd is en [Meetfunctie] op meervoudige [
] staat, zal het toestel de
belichting aan het gezicht aanpassen.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Deze kan in de volgende gevallen niet op [š] gezet worden.
–
[Heldere nachtopname]/[Koele nachtopname]/[Warme nachtopname]/[Artistieke
nachtopname]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Gerechten]/[Desserts] (Scene
Guide modus)
nachtopname]/[Fonkelende verlichting]/[Nachtop. uit hand]/[Gerechten]/[Desserts] (Scene
Guide modus)
•
Onder bepaalde omstandigheden, inclusief de volgende gevallen, zou de
gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op
te sporen.
De AF-functie wordt op [
gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op
te sporen.
De AF-functie wordt op [
] gezet.
–
Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
–
Wanneer het gezicht op een hoek is
–
Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
–
Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz
–
Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
–
Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
–
Wanneer er een snelle beweging is
–
Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
–
Wanneer het toestel schudt
Soort Auto Focus modus
Over [
] ([Gezichtsdetectie])