Panasonic TH-65PF30ER Mode D’Emploi

Page de 71
29
Geavanceerde instellingen (Advanced settings)
Beeldinstellingen
Opmerkingen:
•  U kunt het niveau van iedere functie (Contrast, 
Brightness, Colour, Hue en Sharpness) voor 
ieder “Beeldfunctie” instellen.
• De instellingen voor “Normal”, “Dynamic”, 
“Cinema” en “Monitor” worden voor iedere 
ingangssignaalfunctie afzonderlijk in het 
geheugen vastgelegd.
• Er is weinig verandering als de helderheid 
van een helder beeld wordt verhoogd of 
de helderheid van een donker beeld wordt 
verzwakt.
Menu-onderdeel
Effect Instelling
Contrast
Minder
Meer
Voor het instellen van het 
contrast overeenkomstig de 
lichtomstandigheden in de kamer.
Brightness
Donkerder
Lichter
Voor een meer duidelijke 
weergave van donkere beelden 
zoals avond- of nachtscènes.
Colour
Minder
Meer
Voor het versterken of 
verzwakken van de kleuren.
Hue
Roodachtig Groenachtig
Voor het instellen van een 
mooie huidskleur.
Sharpness
Minder
Meer
Voor het instellen van de 
beeldscherpte.
Menu-onderdeel
Effect Bijzonderheden
Black extension
(zwart-schakering)
Minder
Meer
Voor het instellen van de schakering van de donkere schaduwen in het beeld.
Input level
(ingangsniveau)
Minder
Meer
Voor het instellen van de gebieden die erg helder zijn en moeilijk te zien.
Gamma
Minder
Meer
S Curve 
 2.0 
 2.2 
 2.6
W/B High R
Minder
Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtrode gebieden.
W/B High G
Minder
Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtgroene gebieden.
W/B High B
Minder
Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de lichtblauwe gebieden.
W/B Low R
Minder
Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkerrode gebieden.
W/B Low G
Minder
Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkergroene gebieden.
W/B Low B
Minder
Meer
Voor het instellen van de witbalans voor de donkerblauwe gebieden.
Opmerkingen:
•  Voer de “W/B” instelling als volgt uit.
1. Stel de witbalans voor de heldere gebieden af met de “W/B High R”, “W/B High G” en “W/B High B” functies.
2. Stel de witbalans voor de donkere gebieden af met de “W/B High R”, “W/B High G” en “W/B Low B” functies.
3. Herhaal de stappen 1 en 2.
   De instellingen in de stappen 1 en 2 beïnvloeden elkaar wederzijds. Herhaal de stappen beurtelings om de juiste 
instellingen te maken.
•  De instellingen worden voor iedere ingangssignaalfunctie afzonderlijk in het geheugen vastgelegd.
•  Gebruik de waarden van het instelbereik als referentie.
Als u tijdens weergave van het “Advanced settings” menu op de N toets van de afstandsbediening drukt of tijdens 
“Normalise” op de ACTION (  ) toets, zullen alle afstellingen op de standaardinstellingen worden teruggesteld.
Handige tip (    / 
Normalise 
  Normaliseren)