Renkforce WLAN router 2.4 GHz 300 Mbit/s 676329 Fiche De Données

Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). 

Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfi lming of 
de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook 
van uittreksels, verboden. 

Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.  

© Copyright 2013 by Conrad Electronic SE. 

V1_1013_01/IB

•  Indien u het apparaat achter een DSL-modem wilt gebruikt kiest u in het menu „ADSL Dial-up 

(PPPoE)“ en voert u vervolgens uw toegangsgegevens in de betreffende velden in. 

 

Raadpleeg voor de invoer van uw toegangsgegevens ook het afzonderlijk bijgevoegde 
informatieformulier.

  Mocht u het apparaat echter achter een kabelmodem willen gebruiken, dan kiest u „Automati-

cally obtain an IP address (dynamic IP)“.

•  Voer vervolgens de naam voor het nieuwe WLAN-netwerk, dat de router moet aanbieden, in het 

veld „SSID“ in.

•  U moet nu nog de encryptie en het wachtwoord voor de WLAN vastleggen. Kies bij voorkeur in 

het menu achter „Security Mode“ „WPA2 Personal“,voer achter „Key“ het gewenste wacht-
woord in.

•  Klik voor het opslaan van de instellingen en het opnieuw starten op „Save&Reboot“.

•  Sluit, indien dit nog niet is gedaan, uw DSL- resp. kabelmodem aan op de aansluiting „WAN“ van 

de router.

•  Met de wissel naar deze pagina wordt er automatisch naar beschikbare WLAN-netwerken ge-

zocht. Deze worden hieronder in de tabel achtereenvolgend weergegeven.

•  Kies het draadloze netwerk van uw WLAN-router, dat de Repeater moet gaan versterken. Klik 

hiervoor op de knop „Select“ achter het gewenste netwerk.

  Mocht uw WLAN niet worden weergegeven, herhaal dan het zoeken met de button „Refresh“.

•  De WLAN-naam wordt automatisch in het veld „SSID“ overgenomen.

•  Voer nu nog het wachtwoord in voor het gekozen WLAN-netwerk. Het gaat om het wachtwoord, 

dat in uw eigen WLAN-router is ingesteld. De codering wordt automatisch herkend.

•  Klik voor het opslaan van de instellingen en het opnieuw starten op „Save&Reboot“.

•  De Repeater is na het herstarten automatisch met uw netwerk via WLAN verbonden. Zet hem bij 

voorkeur tussen uw WLAN-router en het apparaat, dat nog toegang moet krijgen op de WLAN.

•  Voer als eerste de naam voor het nieuwe WLAN-netwerk, dat het apparaat moet aanbieden, in 

het bovenste veld „SSID“ in.

•  U moet nu nog de encryptie en het wachtwoord voor de WLAN vastleggen. Kies bij voorkeur 

in het menu achter „Security Mode“ „WPA2 Personal“ en voer achter „Key“ het gewenste 
wachtwoord in.

•  Nu moet u de WLAN instellen, die het apparaat moet gaan gebruiken. Er werd reeds naar be-

schikbare WLAN-netwerken gezocht. Deze worden hieronder in de tabel achtereenvolgend 
weergegeven.

•  Kies het draadloze netwerk van uw WLAN-router, waarop u het apparaat wilt aansluiten. Klik 

hiervoor op de knop „Select“ achter het gewenste netwerk.

  Mocht uw WLAN niet worden weergegeven, herhaal dan het zoeken met de button „Refresh“.

•  De WLAN-naam wordt automatisch in het veld „SSID“ overgenomen.

•  Voer nu nog het wachtwoord in voor het gekozen WLAN-netwerk. Het gaat om het wachtwoord 

dat in uw eigen WLAN-router is ingesteld. De codering wordt automatisch herkend.

•  Klik voor het opslaan van de instellingen en het opnieuw starten op „Save&Reboot“.

•  Het apparaat wordt na de nieuwe start weer automatisch met de WLAN verbonden. U kunt nu 

de gewenste apparaten op de LAN- resp. WAN-poort aansluiten resp. via WLAN aanmelden.

  Optioneel beschikt u nog over de mogelijkheid de „Bridge“ met een 1:1-aangesloten netwerk-

kabel op uw router resp. netwerkswitch aan te sluiten.

•  Met de wissel naar deze pagina wordt er automatisch naar beschikbare WLAN-netwerken 

gezocht. Deze worden hieronder in de tabel achtereenvolgend weergegeven.

•  Kies het draadloze netwerk van uw WLAN-router, waarop u de „Client“ wilt aansluiten. Klik 

hiervoor op de knop „Select“ achter het gewenste netwerk.

  Mocht uw WLAN niet worden weergegeven, herhaal dan het zoeken met de button „Refresh“.

•  De WLAN-naam wordt automatisch in het veld „SSID“ overgenomen.

•  Voer nu nog het wachtwoord in voor het gekozen WLAN-netwerk. Het gaat om het wachtwoord 

dat in uw eigen WLAN-router is ingesteld. De codering wordt automatisch herkend.

•  Klik voor het opslaan van de instellingen en het opnieuw starten op „Save&Reboot“.

•  De Client is na het herstarten automatisch met uw netwerk via WLAN verbonden. U kunt nu de 

gewenste apparaten, die via WLAN met uw netwerk verbonden dienen te zijn, op de LAN- resp. 
WAN-poort aansluiten.

•  Steek eerst de stekker van het apparaat in een contactdoos en wacht ca. 1 minuut tot het 

apparaat is gestart.

•  Aan de behuizingszijde bevindt zich rechts een verlaagd aangebrachte „RESET“-toets.

•  Houd deze toets met een puntig voorwerp gedurende meer dan 10 seconden ingedrukt. Zodra 

u deze weer loslaat, voert het apparaat een herstart uit en is daarna weer teruggezet naar 
de fabrieksinstelling (IP-adres http://192.168.10.253/; zowel gebruikersnaam als wachtwoord 
„admin“) .

•  Wanneer u later het als „AP“, „Repeater“, „Bridge“ of „Client“ geconfi gureerde apparaat weer 

wilt gebruiken, moet u aan uw computer een vast IP-adres toekennen. Wanneer het adres van 
het apparaat niet gewijzigd is, moet het adres bijv. 192.168.10.x zijn. De „x“ kan daarbij tussen 
2 en 252 liggen.

  Het adres kunt u bij Windows in het Network and sharing center in de eigenschappen van de 

betreffende netwerkkaart instellen.

  Houd er bij de wijziging rekening mee, dat elk IP-adres slechts één keer in het netwerk mag 

voorkomen.

•  De maximaal haalbare gegevensoverdrachtsnelheid (bijv. 300 MBit bij 802.11b/g/n, dus ca. 

37,5 MByte/s) wordt in de praktijk nooit bereikt. Dat is te wijten aan de toegepaste overdrachts-
techniek, overdrachtsfouten, de afstand tussen de WLAN-apparatuur, enz.

•  Bovendien wordt de overdrachtssnelheid verlaagd door de afstand tussen het product en bijv. 

uw computer.

•  WLAN-netwerkverbindingen dient u beslist te coderen om onbevoegde toegang, bijv. tot uw 

WLAN-router, te voorkomen. Gebruik bij voorkeur de coderingsmethode „WPA2“ in plaats van 
„WPA“ of „WEP“, omdat „WPA“ en „WEP“ niet meer veilig genoeg tegen aanvallen zijn be-
schermd.

•  Uw WLAN-wachtwoord mag niet te eenvoudig zijn. Wij adviseren u in principe een wachtwoord 

te kiezen dat bestaat uit hoofd- en kleine letters, alsmede uit cijfers. Bij de codering WPA2 moet 
het bovendien uit minimaal 8 tekens bestaan.

Het product is voor u onderhoudsvrij, demonteer het nooit.

Verwijder voor het schoonmaken alle aangesloten kabels en trek de stekker van het apparaat uit 
de contactdoos (alle netwerkverbindingen zijn hierdoor functieloos).

Gebruik voor het schoonmaken een droge, zachte doek. Gebruik geen agressieve schoonmaak-
middelen, hierdoor kan het product verkleuren. Druk tijdens het schoonmaken niet te hard op het 
oppervlak, om krassen te voorkomen.

 

Verwijder elektrische en elektronische producten niet met het huishoudelijke afval!

 

Verwijder het product aan het eind van zijn levensduur af volgens de geldende 
wettelijke bepalingen.

Hierbij verklaren wij, Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau, dat dit pro-
duct in overeenstemming is met de belangrijkste voorwaarden en andere relevante voorschriften 
van de richtlijn 1999/5/EG.

  De bij dit product behorende Verklaring van Conformiteit (DOC) treft u aan op 

www.conrad.com.

Bedrijfsspanning ..........................................100 - 240 V/AC, 50 - 60 Hz

Aansluitingen ................................................2x RJ45, 10/100 MBit

WLAN .............................................................802.11b/g/n (max. 300 MBit)

Bedrijfsmodi ..................................................Router, Access-Point, Repeater, Client, Bridge

Afmetingen (b x h x d)..................................ca. 48 x 75 x 34 mm (zonder netaansluiting)

Gewicht..........................................................ca. 72 g