Fluke Fluke 4325155 Manuel D’Utilisation
Codes de produits
4325155
Earth/Ground Tester
Storingzoeken
27
Storingzoeken
Volg de stappen in tabel 6. Zie afbeelding 11 voor stappen 1-5.
Tabel 6. Storingzoeken
Stap Beschrijving
1. Externe spanning (Uext) te hoog
Als de externe spanning waarmee het instrument wordt gevoed te hoog is, meestal door
lekstroom in het te testen systeem, kan er geen meting worden uitgevoerd (zie Specificaties
voor de Uext-grenswaarde).
Opmerking:
lekstroom in het te testen systeem, kan er geen meting worden uitgevoerd (zie Specificaties
voor de Uext-grenswaarde).
Opmerking:
verplaats de probe (S/P2) en start de meting opnieuw.
2. Weerstand hulpaardelektrode (Rh) te hoog
Als de weerstand van de hulpaardelektrode te hoog is, kan de stroom die noodzakelijk is voor
het verkrijgen van betrouwbare metingen, niet worden gegenereerd. De meting is geblokkeerd
(zie Specificaties voor de Rh-grenswaarde).
Opmerking:
het verkrijgen van betrouwbare metingen, niet worden gegenereerd. De meting is geblokkeerd
(zie Specificaties voor de Rh-grenswaarde).
Opmerking:
controleer de verbinding van het meetsnoer met aansluiting H/C2; controleer de
hulpaardingspen.
3. Probeweerstand (Rs) te hoog
Als de weerstand van de probe te hoog is, zijn de metingen niet betrouwbaar. De meting is
geblokkeerd (zie Specificaties voor de Rs-grenswaarde).
Opmerking:
geblokkeerd (zie Specificaties voor de Rs-grenswaarde).
Opmerking:
controleer de verbinding van het meetsnoer met aansluiting S/P2; controleer de
aardingspen van de probe.
4. Zwakke batterijen
Als de batterijen zwak zijn, kan de voedingsspanning tijdens het meten worden onderbroken.
Als er voldoende spanning aanwezig is om de meting te voltooien, wordt het pictogram “
Als er voldoende spanning aanwezig is om de meting te voltooien, wordt het pictogram “
”
weergegeven – de meetresultaten zijn geldig. Als dit niet het geval is, verschijnt er een reset.
Opmerking:
Opmerking:
vervang de batterijen. Gebruik 6 AA-alkalinebatterijen (LR6).
5. Is het meetresultaat van uw R
A
-meting betrouwbaar?
Voor betrouwbare metingen moet probe S/P2 zich buiten de spanningstrechters
(potentiaalgradiënten) van E/C1 en H/C2 bevinden. Normaal gesproken is het voldoende als de
probe zich op een afstand van minimaal 20 m bevindt. Onder bepaalde
omgevingsomstandigheden waarbij de bodemweerstand variabel is, kan dit echter onvoldoende
zijn. Wanneer u absoluut zeker wilt zijn, dient u de probes te verplaatsen en verschillende
controlemetingen uit te voeren. Als de meetwaarden ongeveer hetzelfde zijn, zijn uw
meetresultaten betrouwbaar. Als dit niet het geval is, dient u de afstand voor de probe te
vergroten.
(potentiaalgradiënten) van E/C1 en H/C2 bevinden. Normaal gesproken is het voldoende als de
probe zich op een afstand van minimaal 20 m bevindt. Onder bepaalde
omgevingsomstandigheden waarbij de bodemweerstand variabel is, kan dit echter onvoldoende
zijn. Wanneer u absoluut zeker wilt zijn, dient u de probes te verplaatsen en verschillende
controlemetingen uit te voeren. Als de meetwaarden ongeveer hetzelfde zijn, zijn uw
meetresultaten betrouwbaar. Als dit niet het geval is, dient u de afstand voor de probe te
vergroten.
6. Is het meetresultaat van het “Elektrodeloos doormeten van aardingslussen”
betrouwbaar?
Zorg ervoor dat u de juiste inducerende stroomtang gebruikt (zie Accessoires).
De parameters van de stroomtang zijn geschikt voor deze testmethode. Gebruik van een
standaardstroomtang levert onjuiste resultaten op.
Zorg ervoor dat de aanbevolen minimale afstand voor de stroomtang in acht wordt genomen.
Als de stroomtangen te dicht bij elkaar worden geplaatst, beïnvloedt het magnetische veld van
de inducerende stroomtang de detecterende stroomtang. Om onderlinge beïnvloeding te
voorkomen, kan de afstand tussen de stroomtangen worden gevarieerd en vervolgens een
nieuwe test worden uitgevoerd. Als de meetwaarden slechts weinig of helemaal niet variëren,
kunnen deze als betrouwbaar worden beschouwd.
Zorg ervoor dat u de juiste inducerende stroomtang gebruikt (zie Accessoires).
De parameters van de stroomtang zijn geschikt voor deze testmethode. Gebruik van een
standaardstroomtang levert onjuiste resultaten op.
Zorg ervoor dat de aanbevolen minimale afstand voor de stroomtang in acht wordt genomen.
Als de stroomtangen te dicht bij elkaar worden geplaatst, beïnvloedt het magnetische veld van
de inducerende stroomtang de detecterende stroomtang. Om onderlinge beïnvloeding te
voorkomen, kan de afstand tussen de stroomtangen worden gevarieerd en vervolgens een
nieuwe test worden uitgevoerd. Als de meetwaarden slechts weinig of helemaal niet variëren,
kunnen deze als betrouwbaar worden beschouwd.