Reely Electric dual-rotor helicopter RtF (LAMA6) LAMA6 Fiche De Données

Codes de produits
LAMA6
Page de 108
101


12. Onderhoud en verzorging
a) Algemeen
De buitenkant van het model en de afstandsbediening mogen enkel met een zachte, droge doek of penseel worden
gereinigd. U mag in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebruiken omdat
hierdoor het oppervlak van de behuizingen beschadigd kan worden.
b) Controleren van de mechaniek
Controleer regelmatig of het gehele mechanische systeem
van het model functioneert.
Alle schroefverbindingen moeten stevig vastgedraaid zijn
en mogen niet losraken door de vibraties van het model.
Let hierbij bijzonder op de vaste zitting van de schroeven in
de bovenste stelring (1) en in de onderste stelring (2) van
de hoofdrotoras.
De beide hoofdtandwielen van de aandrijving (3) moeten
zuiver vliegen met de motortandwielen (4) en mogen bij
draaien niet haken of teveel speling hebben.
Indien nodig maakt u de bevestigingsschroeven van de
motoren (5) los en schuift u een strookje papier (6) tussen
motor en hoofdtandwiel. Druk vervolgens het motorritsel
tegen het hoofdtandwiel en schroef de motor opnieuw vast.
Na het verwijderen van het papierstrookje is het
tandflankenspel correct ingesteld.
Draaibare onderdelen dienen soepel te kunnen bewegen,
maar mogen geen speling in de lagering vertonen.
Gebruik bij vervanging van mechanische onderdelen
uitsluitend de door de fabrikant aangeboden originele
reserveonderdelen.
c) Vervangen van de rotorbladen
Als een rotorblad door contact met een hindernis zichtbare schade (scheuren of afgebroken delen) heeft opgelopen,
moet het rotorblad worden vervangen.
Let bij het vervangen van de hoofdrotorbladen op de draairichting van de rotor. Van bovenaf gezien draait de bovenste
rotor met markering “A” op de rotorbladen tegen de richting van de wijzers van de klok en de onderste rotor met de
markering “B” op de rotorbladen in de richting van de wijzers van de klok.
Draai de bevestigingsschroeven van de rotorbladen niet te stevig aan opdat de rotoren zich tijdens het vliegen 180°
naar elkaar kunnen afstellen (zie ook afbeelding 6 bij het gedeelte “Rotorbladhouders controleren”)
Afbeelding 19