Philips M1191AL Manuale Utente

Pagina di 247
32
Voordat u de sensor aanbrengt
Zorg ervoor dat u alle waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing van uw 
SpO
2
-bewakingsinstrument hebt gelezen en begrepen, net als alle 
waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing van deze sensor. Gebruik de 
sensors alleen met toegestane instrumenten en alleen op een aanbevolen 
toepassingsplaats op de patiënt.
Controleer de sensor op schade
• Controleer zowel de buiten- als de binnenkant. Om de binnenkant te 
inspecteren opent u voorzichtig de holte van de sensor en controleert u of er 
geen scheuren op of naast de transparante siliconenafdekking van de 
optische elementen te zien zijn. Kijk ook goed of er geen blaasjes op de 
siliconenafdekking zitten en of er geen vloeistof uit de optische elementen 
lekt.
• Sensors die tekenen van schade of veranderingen vertonen, mogen niet meer 
worden gebruikt voor het monitoren van patiënten. Gooi deze sensors weg 
en neem daarbij de juiste procedures voor afvalverwerking in acht (zie 
verderop).
De sensor weggooien
Versleten sensors weggooien
Sensors die tekenen van materiële of elektrische beschadiging of defecten 
vertonen, dienen te worden gedesinfecteerd, gedecontamineerd en weggegooid 
volgens de plaatselijke richtlijnen voor afval van ziekenhuismateriaal.
Regelmatig van meetplek veranderen
Verplaats de sensor elke 4 uur naar een andere meetplek, of vaker als de 
circulatie of integriteit van de huid daartoe aanleiding geeft.