Xerox Phaser 7800 Guida Utente
Bezig met afdrukken
Phaser 7800-kleurenprinter
77
Handleiding voor de gebruiker
Speciale opdrachttypen afdrukken
Met speciale opdrachttypen kunt u een afdrukopdracht vanaf uw computer verzenden en deze
vervolgens via het bedieningspaneel van de printer afdrukken. Selecteer speciale opdrachttypen in de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken van de printerdriver.
Proefset
Met het opdrachttype Proefset kunt u een proefexemplaar afdrukken van een opdracht die uit meerdere
exemplaren bestaat, en de overige exemplaren op de printer vasthouden. Nadat u het proefexemplaar
hebt gecontroleerd, kunt u de opdrachtnaam selecteren op het bedieningspaneel van de printer om de
overige exemplaren af te drukken.
De rest van de afdrukken vrijgeven na het afdrukken van een proefset:
1. Selecteer op het bedieningspaneel Opdrachten.
2. Selecteer de bijbehorende afdrukopdracht in de lijst.
1. Selecteer op het bedieningspaneel Opdrachten.
2. Selecteer de bijbehorende afdrukopdracht in de lijst.
Opmerking:
Op het bedieningspaneel verschijnt: Vastgehouden:Voorbeeldset naast de
opdrachtnaam.
3. Druk op Vrijgeven.
De rest van opdracht wordt afgedrukt en de opdracht wordt verwijderd van de vaste schijf van de
printer.
Beveiligde afdruk
Met Beveiligde afdruk kunt u een 4- tot 10-cijferige toegangscode aan een afdrukopdracht toewijzen
wanneer deze naar de printer wordt verzonden. De opdracht wordt op de printer vastgehouden totdat
dezelfde toegangscode op het bedieningspaneel wordt ingevoerd.
Een beveiligde afdrukopdracht vrijgeven voor afdrukken:
1. Selecteer op het bedieningspaneel Opdrachten.
2. Selecteer Persoonlijke en beveiligde opdrachten
3. Selecteer uw toegewezen privémap.
4. Typ de toegangscode die aan de opdracht is toegewezen en selecteer OK.
5. Selecteer de bijbehorende afdrukopdracht in de lijst.
6. Selecteer Afdrukken.
1. Selecteer op het bedieningspaneel Opdrachten.
2. Selecteer Persoonlijke en beveiligde opdrachten
3. Selecteer uw toegewezen privémap.
4. Typ de toegangscode die aan de opdracht is toegewezen en selecteer OK.
5. Selecteer de bijbehorende afdrukopdracht in de lijst.
6. Selecteer Afdrukken.
De opdracht wordt afgedrukt en vervolgens van de harde schijf van de printer verwijderd.