Xerox Phaser 5500 Guida Utente

Pagina di 256
Eenvoudige afdruktaken
Phaser® 5500-laserprinter
2-32
7.
Sluit klep G.
De perforator gebruiken
Afhankelijk van uw locatie is de optionele afwerkeenheid geconfigureerd voor 3 
perforatiegaten of voor 2 of 4 perforatiegaten. Maak een afdruk van de configuratiepagina 
vanaf het voorpaneel om te controleren welke optie op uw printer is geïnstalleerd.
Als de perforatoroptie is ingeschakeld, worden vellen die naar de bovenste of de onderste 
lade van de stapeleenheid worden gestuurd, geperforeerd. 
Als de perforatoroptie is uigeschakeld wordt het papier niet geperforeerd.
Als de optie voor 2 gaten en 4 gaten is geïnstalleerd en ingeschakeld en Perforatiegaatjes is 
ingesteld op 2, worden er 2 perforatiegaatjes in het papier gemaakt.
Als de optie voor 2 gaten en 4 gaten is geïnstalleerd en ingeschakeld en Perforatiegaatjes is 
ingesteld op 4, worden er 4 perforatiegaatjes in het papier gemaakt.
Als de printer registreert dat de afvalcontainer van de perforator vol is, verschijnt er 
een waarschuwing op het voorpaneel en wordt de afdruk voortgezet zonder het papier 
te perforeren.
De perforatoroptie wordt geselecteerd vanaf het voorpaneel, vanuit stuurprogramma, of via 
CentreWare IS.
Voorpaneel
1.
Selecteer 
Printerinstellingen
 op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
2.
Selecteer 
Instellingen papierverwerking
 en druk op de knop OK.
3.
Selecteer 
Perforatie-eenheid
, en druk op de knop OK om de eenheid in of uit 
te schakelen.
4.
Als uw perforatie-eenheid 2 of 4 gaatjes maakt, stelt u Perforatiegaatjes in op 2 of op 4.
5500-018
E
A
B
C
D