Cisco Cisco WebEx Meetings Server 2.6 Guida All'Installazione

Pagina di 298
• Als het NFS een IP-filter heeft of toegangsbeheer voor koppelen, voegt u het Linux-host-IP aan de
toegangslijst toe.
Stap 1
cd/tmp
Stap 2
Maak een nieuwe tijdelijke map die wordt gebruikt om het NFS van DC1 te koppelen.
mkdir nfs-dc1
.
Stap 3
Maak een nieuwe tijdelijke map die wordt gebruikt om het NFS van DC2 te koppelen:
mkdir nfs-dc2
Stap 4
Koppel DC1 NFS aan
/tmp/nfs-dc1
:
mount -t nfs -o vers=3,rw,soft,timeo=400
sanjose-nfs:/cisco/cwms
/tmp/nfs-dc1/
Stap 5
Koppel DC2 NFS aan
/tmp/nfs-dc2
:
mount -t nfs -o vers=3,rw,soft,timeo=400
rtp-nfs:/cisco/cwms
/tmp/nfs-dc2/
.
Stap 6
Synchroniseer de opnamen:
rsync -av --exclude='*Snapshot*/' nfs-dc1/ nfs-dc2
.
Stap 7
Ontkoppel de DC1 NFS:
umount nfs-dc1
.
Stap 8
Ontkoppel de DC2 NFS:
umount nfs-dc2
.
Stap 9
Verwijder de tijdelijke koppelmap van DC1 NFS:
rm -r nfs-dc1
.
Stap 10
Verwijder de tijdelijke koppelmap van DC2 NFS:
rm -r nfs-dc2
.
Een MDC-systeem voorbereiden op de ontvangst van samenvoegingsaanvragen van datacenters
Datacenters kunnen als één systeem worden samengevoegd en beheerd. In deze procedure wordt beschreven
hoe u het primaire datacenter dat het systeem al bedient, kunt voorbereiden op de ontvangst van
samenvoegingsaanvragen van het secundaire datacenter:
Voordat u begint
Hierna vindt u een lijst met taken die een systeembeheerder moet uitvoeren om ervoor te zorgen dat de
samenvoeging van een datacenter met een systeem lukt.
1
Controleer of alle datacenters dezelfde CWMS-softwareversie gebruiken.
2
Controleer of alle datacenters dezelfde softwaretypen gebruiken. Controleer bijvoorbeeld of alle datacenters
AE (Audio Encrypted) of AU (Audio Unencrypted) zijn. (Systemen kunnen niet van het ene naar het
andere type audiocodering worden geconverteerd; er moet een nieuw systeem worden gemaakt.)
3
Controleer of alle datacenters dezelfde systeemgrootte hebben.
4
NTP (Network Time Protocol) is vereist voor alle datacenters en alle datacenters moeten dezelfde NTP-tijd
gebruiken.
5
Alle hosts van virtuele machines moeten met NTP-servers worden geconfigureerd.
6
NTP-servers moeten bereikbaar zijn vanaf de hosts van de virtuele machines. (Fouten kunnen optreden
als de DNS of de firewall het NTP niet doorgeven of als de onjuiste NTP-server is geconfigureerd.)
7
Installeer de MDC-licenties (minimaal twee) in het primaire datacenter waarop Licentiebeheer wordt
uitgevoerd.
8
Voor alle datacenters is IRP (Internet Reverse Proxy) in- of uitgeschakeld. Er kan geen verschil zijn, maar
na de samenvoeging kan IRP worden toegevoegd aan of verwijderd uit een datacenter.
9
In geen enkel datacenter wordt hoge beschikbaarheid gebruikt. (Zie
verwijderen, op pagina 68
.)
Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server versie 2.6    
285
Datacenters samenvoegen om een systeem met meerdere datacenters (MDC) te maken