Brother HL-2600CN Guida Utente

Pagina di 168
HOOFDSTUK 9 LAT-NETWERK CONFIGUREREN
9-7
PATHWORKS voor DOS configureren
Als u de afdrukserver wilt configureren voor PATHWORKS voor DOS, gaat u als volgt te
werk:
1.  Maak een VMS-wachtrij (zie bovenstaande instructies).
2.  Voer PCSA_MANAGER uit op het VMS-systeem.
a. 
Typ MENU om over te schakelen naar het PCSA-menu.
b. 
Selecteer SERVICE OPTIONS.
c. 
Selecteer ADD SERVICE (de optie ADD PRINTER QUEUE mag niet worden
gebruikt, daar deze een PCL-printerreset toevoegt, wat problemen zal
veroorzaken bij PostScript-afdrukken).
d. 
Selecteer PRINTER SERVICE.
e. 
Voer een servicenaam in (willekeurig).
f. 
Voer een VMS-wachtrijnaam in (reeds gedefinieerd).
g. 
Voer een VMS-formaatnaam in (gebruik de standaard als u geen specifiek
formaat wilt definiëren).
3.  Voer op de PC onderstaande stappen uit:
a. 
Als u DOS gebruikt, typt u bij de DOS-prompt de opdracht USE
LPTx:\\knooppunt\service, waar x het nummer is van de parallelle poort van de
PC, knooppunt de naam van het DECnet-knooppunt en service de naam van de
service die u eerder al had gekozen. Bijvoorbeeld:
USE LPT1:\\VAX\LASER
Als u deze afdrukservice wilt verwijderen, typt u LATCP bij de C:> prompt waarna u
de opdracht DELETE LPT1: invoert.
b. 
Als u Windows 3.1x gebruikt, is het zaak dat u onder het pictogram Instellen van
Windows de optie DEC PATHWORKS selecteert als het netwerk.
c. 
Klik op het pictogram Afdrukbeheer, selecteer Opties en vervolgens
Printerinstelling.
d. 
Klik op Toevoegen, ga naar de Lijst met printers, selecteer het gewenste
printertype en klik op Installeren.  Indien gewenst, klikt u op Als
standaardprinter instellen.
e. 
Klik op Verbinden en selecteer de gewenste poort (bijv. LPT1).
Klik op Netwerk, selecteer de hierboven geselecteerde poort en typ het
netwerkpad (\\knooppunt\service, waar knooppunt de naam is van het
DECnet-knooppunt en service de naam van de eerder gekozen service;
bijvoorbeeld, \\VAX\LASER).
f. 
Klik op Verbinden (de Huidige printerverbindingen tonen de door u
geselecteerde poort en het netwerkpad).
g. 
Klik op Sluiten, OK, Sluiten, en Afsluiten om Afdrukbeheer te verlaten.