Cisco Cisco TelePresence MX700 Guida Utente

Pagina di 53
12
D14582.14 Gebruikershandleiding Profile Series, Codec C Series, Quick Set C20, SX20 Quick Set, MX200, MX300 
Alle inhoud beschermd met © 2010–2013 Cisco Systems, Inc. Versie TC6.1, 06.2013. Nederlands
Cisco TelePresence-systeem Profile Series, Codec C Series, Quick Set C20, SX20 Quick Set, MX200, MX300
Gebruikershandleiding
www.cisco.com
Druktoetsen (DTMF) in een gesprek
Iemand bellen door zijn 
naam of nummer in te 
toetsen
U kunt iemand die niet in uw contactenlijst staat bellen 
door zijn naam, adres of nummer in te toetsen op het 
virtuele toetsenbord van het touchpad.
Om het virtuele toetsenbord te openen, tikt u op 
Toetsenbord als te zien:
Iedereen die u al eerder gebeld hebt, wordt 
weergegeven in de lijst Historie (tot u deze lijst wist). 
Vanuit deze lijst kunt u ze verplaatsen naar uw lijst 
met Favorieten. Dit wordt uitgelegd in de paragraaf 
Contacten beheren.
Hoe u iemand belt die in de lijst Favorieten, Adresboek 
of Historie staat, wordt beschreven op de volgende 
pagina.
Soms moet u 
tijdens een gesprek 
druktoetsen (DTMF) 
indrukken, meestal 
om een extensie 
te bereiken of een 
pincode in te voeren.
Tik op Druktoetsen 
om het toetsenbord 
te openen.
In eerste instantie ziet het toetsenbord er zo uit:
Schakelen tussen de modus 123 en ABC:
Voer het nummer in, zoals te zien is. 
Als u een alfanumeriek toetsenbord wilt 
gebruiken, zie de kolom aan de rechterkant.
Als het nummer is ingetoetst, tikt u 
op de toets Bellen om de oproep te 
plaatsen.
Tik op ABC, als 
omschreven.
Hiermee opent u 
het alfanumerieke 
toetsenbord. Om een 
cijfer in te voeren, houdt 
u de corresponderende 
toets ingedrukt, of tikt 
u op 123 om naar het 
numerieke toetsenbord 
te schakelen, zoals te 
zien.
Dit is het toetsenbord in 
numerieke modus. Als 
u liever het toetsenblok 
gebruikt, tik dan als te 
zien in de illustratie.
Terug naar het eerste 
toetsenbord.