Brother MFC-J880DW Guida Utente

Pagina di 649
 > Wijzig de standaard printerinstellingen
(Windows
®
)
Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows
®
)
Wanneer u de afdrukinstellingen binnen een programma wijzigt, dan zijn deze wijzigingen alleen van toepassing
voor de items die u in dat programma en op dat ogenblik afdrukt. Om afdrukinstellingen te selecteren die voor al
uw Windows
®
-programma's en altijd geldig zijn, volg deze stappen om de standaard afdrukinstellingen te
wijzigen.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
(Voor Windows
®
 XP en Windows Server
®
 2003)
Klik op start > Printers en faxapparaten.
(Voor Windows Vista
®
 en Windows Server
®
 2008)
Klik op 
(Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
(Voor Windows
®
 7 en Windows Server
®
 2008 R2)
Klik op 
(Starten) > Apparaten en printers.
(Voor Windows
®
 8)
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt,
klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware en
geluiden
 op Apparaten en printers weergeven.
(Voor Windows Server
®
 2012)
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt,
klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven.
(Voor Windows Server
®
 2012 R2)
Klik op Configuratiescherm op het start-scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers
weergeven
.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is)
en selecteer vervolgens Eigenschappen van printer. Als de opties voor de printerdriver verschijnen,
selecteert u uw printerdriver.
3. Klik op het tabblad Algemeen en vervolgens op de knop Voorkeursinstellingen... of
Voorkeursinstellingen....
Het dialoogvenster voor de printerdriver wordt weergegeven.
4. Selecteer de afdrukinstellingen die u als standaardinstellingen wilt gebruiken voor al uw Windows
®
-
programma's.
5. Klik op OK.
6. Sluit het dialoogvenster met de printereigenschappen.
  Verwante informatie
 
83