Samsung NX500 Manuale Utente
104
Opnamefuncties >
Aantal opnamen (opnamemethode)
Dieptebracketing
Als u op de [Ontspanknop] drukt, maakt de camera 3 foto's achter elkaar,
allemaal met een andere scherptediepte, door de diafragmawaarde aan te
passen. Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen wanneer er
drie foto's achter elkaar worden genomen. U kunt de instellingen aanpassen in
het menu Bracketinginstellingen.
allemaal met een andere scherptediepte, door de diafragmawaarde aan te
passen. Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen wanneer er
drie foto's achter elkaar worden genomen. U kunt de instellingen aanpassen in
het menu Bracketinginstellingen.
Deze functie is alleen beschikbaar in de Programma- of Diafragmaprioriteitmodus.
Instellingen voor bracketing
U kunt de opties voor elke bracketingfunctie instellen.
U stelt als volgt
bracketingopties in:
bracketingopties in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
b
ĺ
Aantal
opnamen
ĺ
selecteer een bracketingoptie en druk op [F]
ĺ
om de opties in te stellen voor elke bracketing.
* Standaard
Optie
Beschrijving
AE bracketing
Belichtingsinterval instellen. (-/+ 0.3 EV*, -/+ 0.7 EV,
-/+ 1.0 EV, -/+ 1.3 EV, -/+ 1.7 EV, -/+ 2.0 EV, -/+ 2.3 EV,
-/+ 2.7 EV, -/+ 3.0 EV)
-/+ 1.0 EV, -/+ 1.3 EV, -/+ 1.7 EV, -/+ 2.0 EV, -/+ 2.3 EV,
-/+ 2.7 EV, -/+ 3.0 EV)
WB bracketing
Stel van de 3 foto's tussen haakjes het bereik van de
witbalans-interval in. (AB -/+1, AB -/+2, AB -/+3*,
MG -/+1, MG -/+2, MG -/+3)
Zo wordt met AB -/+3 de waarde voor oranje plus of
min drie stappen bijgesteld. Met MG -/+3 wordt de
magentawaarde met dezelfde hoeveelheid bijgesteld.
witbalans-interval in. (AB -/+1, AB -/+2, AB -/+3*,
MG -/+1, MG -/+2, MG -/+3)
Zo wordt met AB -/+3 de waarde voor oranje plus of
min drie stappen bijgesteld. Met MG -/+3 wordt de
magentawaarde met dezelfde hoeveelheid bijgesteld.
F Wiz bracketing
De 3 Fotowizard-instellingen selecteren die de
camera gebruikt om de 3 foto's te maken die met de
bracketingfunctie worden gemaakt.
camera gebruikt om de 3 foto's te maken die met de
bracketingfunctie worden gemaakt.
Dieptebracketing
Het diepte-interval instellen. Gebruik instelwieltje
1 of 2 om een optie te selecteren. U kunt ook de
schuifregelaar slepen of de pijltjes aanraken om een
optie te selecteren. (-/+ 0.3, -/+ 0.7, -/+ 1.0*, -/+ 1.3,
-/+ 1.7, -/+ 2.0, -/+ 2.3, -/+ 2.7, -/+ 3.0)
1 of 2 om een optie te selecteren. U kunt ook de
schuifregelaar slepen of de pijltjes aanraken om een
optie te selecteren. (-/+ 0.3, -/+ 0.7, -/+ 1.0*, -/+ 1.3,
-/+ 1.7, -/+ 2.0, -/+ 2.3, -/+ 2.7, -/+ 3.0)