Samsung SMART CAMERA NX210 Manuale Utente
Opnamefuncties
85
85
Opnamefuncties
Opnamefuncties
Belichtingscompensatie
De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of
lager is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen. De
belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan
±3 EV.
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of
lager is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen. De
belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan
±3 EV.
Houd [
W] ingedrukt en scroll met het instelwieltje of draai aan de
navigatieknop om de belichtingswaarde in te stellen. U kunt de
belichtingswaarde ook aanpassen door op [
belichtingswaarde ook aanpassen door op [
f] te drukken en
EVC (Exposure Value Compensation; belichtingscorrectie) te
selecteren.
selecteren.
U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van
de belichtingsniveau-indicator.
de belichtingsniveau-indicator.
Belichtingsniveau-
indicator
indicator
Toegenomen belichting
(helderder)
(helderder)
Afgenomen belichting
(donkerder)
Belichtingswaarschuwing
Standaardbelichtingsindicator
-2
Origineel
+2
Belichtingscompensatie/-vergrendeling