Sony CDX-M850MP Manuale Utente

Pagina di 178
24
De geluidskenmerken 
wijzigen
U kunt de hoge en lage tonen, balans, fader en 
het subwoofervolume regelen.
1
Druk herhaaldelijk op 
(SOUND)
 om het 
gewenste item te selecteren.
Als u op (SOUND) drukt, wordt het item als 
volgt gewijzigd:
BASS (bass)
 
TREBLE (treble)
 
BALANCE (links-rechts)
 
FADER (voor-achter)
 
SUB (subwoofervolume)
2
Regel het gekozen item door op 
<
of
,
 te drukken.
Wanneer u de bedieningssatelliet gebruikt, 
drukt u op (SOUND) en draait u aan VOL.
Het display keert na 3 seconden terug naar de 
normale afspeelstand.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt 
geselecteerd. 
Het geluid snel dempen
(met de bedieningssatelliet of 
kaartafstandsbediening)
Druk op 
(ATT)
.
"ATT on" verschijnt kort in het display.
Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume 
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is 
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume 
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek 
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
Instellingen voor geluid en 
display wijzigen
— Menu
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Instelling
• Clock Adjust (pagina 10)
• CT (Clock Time) (pagina 21)
• Beep — de pieptoon in- en uitschakelen.
• AUX-A (pagina 28) — AUX-brondisplay in- of 
uitschakelen.
Display
• Clock (Clock Information) — de klok en de 
afspeelstand tegelijkertijd weergeven (on).
• A.IMG (Auto Image) (pagina 27) — de 
displaybeelden voor een of alle displaystanden 
doorlopen.
• Demo (Demonstration) — de 
demonstratiestand in- of uitschakelen.
– Selecteer "on" om de demonstratiestand in te 
schakelen.
– Selecteer "off" om de demonstratiestand uit te 
schakelen.
• Info (Display Information) — de display-items 
weergeven (afhankelijk van de bron, enzovoort) 
aan de onderzijde van het display terwijl een 
displaybeeld zichtbaar is.
– Selecteer "on" om display-items weer te 
geven. Als u op (DSPL/PTY) drukt, wordt het 
display-item gewijzigd.
– Selecteer "off" om geen display-items weer te 
geven.
• Dimmer – de helderheid van het display 
regelen.
– Selecteer "Auto" om het display alleen te 
dimmen als u de lichten inschakelt.
– Selecteer "on" om het display te dimmen.
– Selecteer "off" om de dimmer uit te 
schakelen.
• Contrast* — het contrast aanpassen als de 
aanduidingen in het display niet goed leesbaar 
zijn wegens de installatiepositie van het 
apparaat.
• BlackOut — het display verdonkeren tijdens de 
werking.
– Selecteer "on" om de aanduidingen te laten 
verdwijnen.
De aanduidingen verdwijnen, maar het 
apparaat reageert als u op een toets drukt.
– Selecteer "off" om het display helderder te 
maken.