Panasonic DMCTZ22EG Guida Al Funzionamento
70
VQT3G98
VQT3G98
71
Burst-functie
Opnamemodus:
Er kan een hele Burst foto’s worden genomen terwijl u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Kies [Burstfunctie] uit het menu [Opname]
Gebruik de cursortoets om de Burst-instelling te kiezen en
druk dan op [MENU/SET]
Instelling
Snelheid
Beschrijving
Aantal
beelden
Ongeveer 2 - 10
beelden/sec.
• De Burst-snelheid wordt automatisch aangepast
aan de bewegingen van mensen, huisdieren
of andere onderwerpen. ([Intelligente burst-
modus])
• Deze instelling kan alleen worden gekozen in
de modus [Intelligent auto].
100
Ongeveer 2
beelden/sec.
• Er wordt scherpgesteld op het onderwerp, voor
zover dit mogelijk is bij de gekozen Burst-
snelheid. De foto’s worden genomen met de
Burst-functie terwijl de belichting en witbalans
worden geregeld.
(Wanneer echter de Burst-functie wordt gebruikt
tijdens het filmen, zal de scherpstelling vast
worden ingesteld op die voor het eerste beeld.)
• De Burst-snelheid kan wat minder zijn onder
bepaalde opname-omstandigheden.
100
Ongeveer 5
beelden/sec.
Ongeveer 10
beelden/sec.
• Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
15
40 beelden/sec.
• Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
• Het aantal in te stellen pixels (beeldpunten)
voor opname
[Aspectratio]
[Fotoresolutie]
4:3
5M, 3M, 0.3M
3:2
4.5M, 2.5M, 0.3M
16:9
3.5M, 2M, 0.2M
1:1
3.5M, 2.5M, 0.2M
50
60 beelden/sec.
• Scherpstelling, belichting en witbalans worden
in het eerste beeld vastgezet.
• Het opnamebereik is verminderd.
• Het aantal in te stellen pixels (beeldpunten)
voor opname
[Aspectratio]
[Fotoresolutie]
4:3
2.5M, 0.3M
3:2
3M, 0.3M
16:9
3.5M, 0.2M
1:1
2M, 0.2M
60
[OFF]
—
De Burst-functie wordt uitgeschakeld.
—
●
Beelden die worden opgenomen met de instelling
of
worden tezamen als groep
opgenomen (zgn. burstgroep). (
●
Als er verandering komt in de helderheid van het onderwerp, kunnen de tweede en
volgende beelden lichter of donkerder worden bij gebruik van de Burst-functie in de
volgende beelden lichter of donkerder worden bij gebruik van de Burst-functie in de
,
of
instelling.
●
De Burst-snelheid kan minder worden als de sluitertijd langer wordt in een donkere
omgeving.
omgeving.
●
Beelden die zijn opgenomen met de Burst-functie in de
of
instelling kunnen
vervorming tonen als de onderwerpen bewogen of als de camera bewogen is.
●
[Auto bracket] wordt uitgeschakeld.
●
De flitser wordt ingesteld op
[Gedwongen uit].
●
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
●
De Burst-functie is niet beschikbaar in de volgende scènemodi: [Panorama assist],
[Nachtop. uit hand], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Speldenprik] en [Foto
frame].
[Nachtop. uit hand], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Speldenprik] en [Foto
frame].
●
Wanneer [Zelfontspanner] is ingesteld, worden er 3 foto’s genomen.
●
De opslag van foto’s die zijn genomen met de Burst-functie kan enige tijd vergen.