Panasonic DMCGH4EG Guida Al Funzionamento

Pagina di 420
71
3.
 Gemakkelijk Opnemen
Auto Focus, Gezichts-/Oogdetectie en Gezichtsherkenning
De Auto Focusmodus wordt automatisch op [š] gezet. Als u het onderwerp aanraakt, zal 
de functie AF Tracking werken. De functie AF Tracking zal ook werken als u op [
] drukt 
en de sluiterknop vervolgens tot halverwege indrukt (zie voor details over AF Tracking 
.)
Als [
], [
] of [
] ingesteld is, zal scherp gesteld worden op het oog dat 
zich het dichtst bij de camera bevindt terwijl de belichting geoptimaliseerd 
zal worden voor het gezicht. In de Intelligent Auto Plus modus of de 
Intelligent Auto modus kunt u het scherp gestelde oog niet veranderen. 
([Gezicht/ogen detecteren])
Er zal een optimumscène voor het gespecificeerde onderwerp gekozen worden wanneer er 
ingesteld wordt op AF-opsporing.
Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] gezet is en een gezicht gedetecteerd wordt dat lijkt op het 
geregistreerde gezicht, dan wordt [R] weergegeven op de rechter bovenkant van [
], [
] en [
].
De flitser
De flitsmodus is ingesteld op [Œ] wanneer de flitser gesloten is en op [
] (AUTO) 
wanneer deze open is.
Wanneer de flitser open is, stelt de camera automatisch [
], [
] (AUTO/Rode-ogenreductie), 
[
] of [
] in om overeen te doen komen met het soort onderwerp en helderheid.
Open de flits wanneer de flits gebruikt moet worden
Wanneer [
] of [
] ingesteld is, is de rode-ogenverwijdering ingeschakeld.
De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [
] of [
].
Scènedetectie
Als bijvoorbeeld een statief gebruikt wordt en het toestel beoordeelt dat het schudden van het 
toestel minimaal is wanneer de Scènedetectie als [
] geïdentificeerd is, zal de sluitertijd lager 
zijn dan normaal. Let op dat u het toestel tijdens het fotograferen niet beweegt.
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène 
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
Omstandigheden van het onderwerp: of het gezicht helder of donker is, de grootte, de kleur 
en de vorm van het onderwerp, de afstand tot het onderwerp, het contrast van het 
onderwerp, of het onderwerp beweegt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van geringe 
helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt, Wanneer de zoom gebruikt wordt
Tegenlichtcompensatie 
Bij tegenlicht ziet het onderwerp er donkerder uit en zal de camera automatisch proberen om 
dit te corrigeren door de helderheid van het beeld te verhogen.
In de Intelligent Auto Plus modus of de Intelligent Auto modus werkt de 
tegenlichtcompensatie automatisch.