Panasonic DP-150FP Guida Al Funzionamento
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
37
PR
O
G
R
A
M
M
E
RI
NG
VA
N HE
T
T
O
E
S
T
E
L
Tabel met faxparameters
Nr.
Parameter
Nr.
instelling
instelling
Commentaar
02
RESOLUTIE
1
Standaard
Standaardwaarde voor de resolutie instellen.
2
Fijn
3
Superfijn
04
STEMPEL
1
Uit
Standaardwaarde van de STEMPEL (stempel) toets instellen. Om
de stempelfunctie te kiezen wanneer het document in het
geheugen is opgeslagen (zie faxparameter nr. 28).
de stempelfunctie te kiezen wanneer het document in het
geheugen is opgeslagen (zie faxparameter nr. 28).
2
Aan
05
GEHEUGEN
1
Uit
De beginstand van de GEHEUGEN-toets instellen.
2
Aan
07
AFDRUK KOPTEKST
1
Binnen
Afdrukpostitie van de kopregel kiezen.
Binnen
Binnen
: binnen de grenzen van de afdrukbare zone.
Buiten
: buiten de grenzen van de afdrukbare zone.
Geen afdruk
: kopregel wordt weggelaten.
2
Buiten
3
Geen afdrukt
08
VORM KOPTEKST
1
Logo, ID-nr.
Keuze van de inhoud van de kopregel.
2
From To
10
TOON TOETS/ZOEMER
1
Uit
Regeling van het volume van het toets/zoemergeluid.
2
Zacht
3
Hard
12
ZENDJOURNAAL
1
Uit
Standaardwaarde kiezen voor het afdrukken van een
verzendingsverslag:
Uit:
verzendingsverslag:
Uit:
: geen afdruk
Altijd
: altijd een verzendingsverslag
Incompleet: alleen een afdruk wanneer communicatie mislukt is
2
Altijd
3
Incompleet
13
AUT. JOURNAAL AFDR
1
Uit
Kiezen of het toestel het activiteitsverslag na 40 transacties
automatisch afdrukt of niet
automatisch afdrukt of niet
2
Aan
17
ONTVANGSTMODE
1
Fax
Selecteren van de ontvangstmodus. (Zie blz. 60)
2
Tel
3
Fax/Tel
4
Fax/Beantw.
18
AKOESTISCH ALARM
1
20 sec.
Kiezen van hoe lang de machine bij de auto fax/telefoon
schakeling een inkomend gesprek signaleert (het toestel laat
overgaan). (Zie blz. 62)
schakeling een inkomend gesprek signaleert (het toestel laat
overgaan). (Zie blz. 62)
2
30 sec.
3
40 sec.
4
50 sec.
19
LENGTE MELDTEKST
(TAM/IF)
1
1 sec.
Instellen van de UGM-lengte van het antwoordapparaat-interface
van 1 t/m 60 seconden. De eenheid begint pas na het verstrijken
van de ingestelde tijd met het waarnemen van een stilte nadat in
de antwoordapparaat-interface ontvangstmode een gesprek is
waargenomen.
van 1 t/m 60 seconden. De eenheid begint pas na het verstrijken
van de ingestelde tijd met het waarnemen van een stilte nadat in
de antwoordapparaat-interface ontvangstmode een gesprek is
waargenomen.
---
---
60
60 sec.
20
STILTE DETECTOR
(TAM/IF)
1
Uit
Kiezen van de stilte waarneming.
2
Aan
Vervolg op volgende blz.
Individuele aanpassingen