Extech Layer-thickness tester, paint-coat measurement CG204 Scheda Tecnica

Codici prodotto
CG204
Pagina di 13
CG204-EU-NL  V2.1   3/11 
Nulkalibratie 
1.  Plaats de meter op een niet bekleed gedeelte van het te meten 
materiaal of op het meegeleverd referentiesubstraat. Gebruik 
de ijzerhoudende of niet-ijzerhoudende referentie zoals vereist 
door de meetapplicatie. 
a. Plaats de sonde op het niet bekleed substraat en bekijk de 
LCD-metingen. 
b. Als de metingen stabiel blijken te zijn, haal de meter van het 
substraat. 
c. Druk en houd de Zero knop gedurende 2 seconden vast (pieptoon). De 
nulkalibratie is nu voltooid.  
2.  De meter is nu klaar om metingen uit te voeren. 
Kalibratie 
De nauwkeurigheid van de meter kan worden verbeterd door een kalibratie met behulp 
van de meegeleverde referentiefilms uit te voeren. 
1. 
Voer een nulkalibratie zoals hierboven beschreven uit. 
2. 
Voer een bereikkalibratie met behulp van een 
referentiefilm uit. 
a. 
Plaats één van de referentiefilms op het substraat. 
b. 
Plaats de meter op de kalibratie-referentiefilm en 
bekijk de LCD-metingen. 
c. 
Als de metingen stabiel blijken te zijn, haal de 
meter van het substraat. 
d. 
Druk op “MENU” en scroll dan omlaag “
▼” naar 
“Calibration”. 
e. 
Druk op “Select” om de “Enable” functie te 
benadrukken en druk vervolgens op “Select”. 
f. 
Druk op “Esc” en de kalibratiemodus wordt 
geopend. 
g. 
Pas de meting met behulp van de 
▲ en ▼ knoppen aan zodat deze met de 
bekende waarde van de referentiefilm overeenstemt. 
h. 
Schakel de meter uit om het menu te verlaten en de kalibratiegegevens op te 
slaan. 
3. 
De meter is nu overeenkomstig het basismateriaal en de gebruikte dikte 
gekalibreerd. 
4. 
Voer indien nodig stap 2 met behulp van de andere referentiefilms uit. 
Opmerkingen: 
1. 
De kalibratiegegevens worden in het geheugen opgeslagen en worden niet gewist 
wanneer de meter wordt uitgeschakeld. 
2. 
Veeg het sensorcontact regelmatig met een schone en pluisvrije doek schoon om 
eventuele vuildeeltjes van de sensortip te verwijderen. 
3. 
Tijdens de kalibratie passen de 
▲ en ▼ knoppen de interne kalibratiefactoren met 
hoge resolutie aan. De schermresolutie kan van dergelijke aard zijn dat het tot 10 
drukken kan duren alvorens 1 cijfer op het scherm wordt gewijzigd. 
Meer-puntkalibratie 
Deze methode vereist het uitvoeren van twee of meerdere sequentiële één-
puntkalibraties. Voor het beste resultaat dienen de te verwachten laagdiktemetingen 
zich binnen de kalibratiepunten te bevinden.