Conrad Energy remote control ARF 2185 mm ROC006 Scheda Tecnica

Codici prodotto
ROC006
Pagina di 124
108
12. Controle van de besturingsfuncties
Vóórdat u het model de eerste keer start, is het noodzakelijk dat u zich met de besturingsfuncties vertrouwd maakt 
en de functies van het model test. 
De volgende, in afbeelding 10 weergegeven functies zijn slechts aanbevelingen voor mode 2. Baseert u zich op de 
mogelijkheden van uw radiografische afstandsbediening en volgens uw eigen voorstellingen m.b.t. de besturing van 
alle roeren. Als bij gebruik van een hoogwaardige computergestuurde radiografische afstandsbediening alle servo‘s 
aan een telkens eigen ontvangeruitgang worden aangesloten, zijn bijkomend ca. 30 cm lange servoverlengkabels in 
de vereiste hoeveelheid nodig.
De volgende functies worden aanbevolen:
1) Hoogteroer: 
In dezelfde richting op/neer van de hoogteroeren (als de richtingsroerfunctie gewenst is, alleen met V-mixer / 
computergestuurde radiografische afstandsbediening mogelijk, wilt u geen richtingsroerfunctie, dan moeten beide 
servo‘s met een Y-kabel worden samengesloten)
2) Richtingsroer: 
Tegengestelde uitsturing van de hoogteroeren (alleen met V-mixer / computergestuurde radiografische afstandsbe-
diening mogelijk)
3) Rolroer:  
Tegengesteld op/neer van de buitenste roerkleppen. Bij een computergestuurde radiografische afstandsbediening 
kunnen bijkomend de welvingskleppen in dezelfde richting mee worden aangestuurd voor een beweeglijker stuur-
gedrag. Ook kunnen de welvingskleppen met geringe uitslagen in dezelfde richting naar beneden het zeilvermogen 
van het model verbeteren.
4) Butterfly: 
Beide rolroeren rijden in dezelfde richting naar boven, de welvingskleppen rijden in dezelfde richting naar beneden. 
Deze functie wordt „Butterfly“ of kraaienstand genoemd en dient als hulp bij de landing (de lift wordt verminderd). 
Ook deze functie kan alleen met een hoogwaardige computergestuurde radiografische afstandsbediening worden 
ingesteld. 
5) Motor: 
Met een schakelkanaal wordt de motor in- of uitgeschakeld. Hiervoor raden wij aan om de vliegregelaar bij de start-
karakteristiek op „zeer zacht“ in te stellen. Let hiervoor op de aanwijzingen in hoofdstuk 14 voor de programmering 
van de vliegregelaar.
  Let op!
 
Zorg ervoor dat bij deze functietest geen losse delen, zoals papier, folie of andere voorwerpen door de 
propeller kunnen worden aangezogen. 
 
Let er ook op dat het model bij deze test veilig wordt vastgehouden en dat er zich geen kledings- of lic-
haamsdelen in het draai- en gevarenbereik van de propeller bevinden. Er bestaat de kans op ongelukken!
 
Anders kunt u voor de instelwerken de inklapbare propeller van de motor losmaken. Let hiervoor op de 
aanwijzingen in hoofdstuk 15 voor het vervangen van de inklapbare propeller.
Aanbevolen roeruitslagen:
Hoogeroer 12 mm / 12 mm 
Richtingsroer 12 mm / 12 mm
Rolroer 18 mm / 18 mm   
Welvingskleppen 18 mm naar beneden