Conrad Energy remote control ARF 2185 mm ROC006 Scheda Tecnica

Codici prodotto
ROC006
Pagina di 124
112
e) De eerste landing
Vlieg bij ingeschakelde motor grote, vlakke cirkels. Trek daarbij niet te hard aan het hoogteroer om de vlieghoogte 
gecontroleerd te verlagen. Kies de laatste bocht voor de landing zodanig dat de landing tegen wind gebeurt en u 
in geval van nood nog voldoende plaats voor de landing heeft en de vliegrichting bij het landen niet meer wezenlijk 
gecorrigeerd hoeft te worden. 
Let daarbij altijd op een voldoende vliegsnelheid en maak het model niet te langzaam door de vliegsnelheid sterk te 
verminderen (vb. door te sterk aan het hoogteroer te trekken). Pas kort voor het landen wordt het model met behulp 
van een gedoseerd hoogteroer geland. Hebt u door een computergestuurde radiografische afstandsbediening 
„Butterfly“ geprogrammeerd, kunt u door een gedoseerd aansturen van deze functie nauwkeurig landen. 
Als het nodig was om de trimming aan de zender in te stellen, moet na de landing de trimming aan het modelvlieg-
tuig (besturingskabels voor rol-, richtings- en hoogteroeren) zo worden gecorrigeerd, dat de trimming aan de zender 
verder in de middelste stand staat en het model toch recht vliegt, zie volgende hoofdstuk.
f) Intrimmen van het model na de landing
De stangen voor de roeren moeten zo aan het modelvliegtuig worden ingesteld dat de trimmingen aan de zender in 
de middelste staan. Zo blijft de gehele trimweg voor de verschuiving tijdens de vlucht behouden.
Markeer na het vliegen de huidige trimstand van elke afzonderlijk roerklep. Stel nu bij een bedrijfsgereed model de 
trimmingen aan de zender in de middelste stand. Stel dan de roerstangen mechanisch zo in dat ze met de vorige 
trimstand overeenstemmen.