Pioneer P1-S Scheda Tecnica

Pagina di 30
De apparatuur aansluiten
11
Nl
3
Sluit het andere uiteinde van de kabels aan op de 
luidsprekeraansluitingen. (De positieve en negatieve (+/
–) aansluitingen op de luidsprekers moeten 
overeenkomen met die op de receivers.)
LET OP
• Op deze luidsprekeraansluitingen staat een GEVAARLIJKE 
spanning
. Om een elektrische schok te voorkomen bij het aansluiten 
en losmaken van de luidsprekerkabels, moet u de stekker uit het 
stopcontact halen voordat u ongeïsoleerde onderdelen aanraakt.
• Verwissel in geen geval de rechter en linker kanalen. De rechter 
luidspreker is de luidspreker aan de rechterkant wanneer u naar het 
toestel gekeerd staat.
• Laat de ontblote luidsprekerdraden elkaar niet raken.
• Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in 
elkaar zijn gedraaid en volledig in de luidsprekeraansluiting steken. 
Wanneer kale luidsprekerdraad contact maakt met het achterpaneel, 
kan hierdoor het apparaat worden uitgeschakeld als 
veiligheidsmaatregel.
Het apparaat bedienen met een afstandsbediening 
van een andere Pioneer-component
Het apparaat kan met een afstandsbediening van een andere Pioneer-
component worden bediend als de stereoreceiver is aangesloten op 
de component met een mono-ministekkerkabel (los verkrijgbaar).
Een andere subwoofer gebruiken
U kunt een subwoofer met versterker aansluiten op de 
SUBWOOFER OUT-aansluiting.
Opmerking
• Zonder ingebouwde versterker komt er geen geluid uit de 
subwoofer.
Een netwerkaudioapparaat aansluiten 
Een audioapparaat op het netwerk kan via een RCA-
audiokabel (los verkrijgbaar) op de stereoreceiver worden 
aangesloten.
Opmerking
• De ingang NETWORK selecteren:
Op de afstandsbediening: Druk op NETWORK, of druk 
meermaals op INPUT totdat NETWORK wordt 
weergegeven op het scherm op het voorpaneel.
Op de stereoreceiver: Draai aan de knop SOURCE totdat 
NETWORK
 wordt weergegeven op het scherm op het 
voorpaneel.
Een digitaal audioapparaat aansluiten
Een digitaal audioapparaat kan via een optische of coaxiale 
kabel (los verkrijgbaar) op de stereoreceiver worden 
aangesloten.
 
Opmerking
• De digitale ingang selecteren:
Op de afstandsbediening: Druk meermaals op DIG IN 1/
2
, of druk meermaals op INPUT totdat DIGITAL IN 1 (voor 
optische ingang) of DIGITAL IN 2 (voor coaxiale ingang) 
wordt weergegeven op het scherm op het voorpaneel.
Op de stereoreceiver: Draai een de knop SOURCE totdat 
DIGITAL IN 1
 (voor optische ingang) of DIGITAL IN 2 
(voor coaxiale ingang) wordt weergegeven op het scherm 
op het voorpaneel.
• De stereoreceiver kan een digitaal lineair PCM-signaal 
ontvangen met een bemonsteringssnelheid en 
kwantisatiebits tot 192 kHz/24 bits. (Afhankelijk van het 
aangesloten apparaat en de omgeving kan dit niet 
werken.)
ANTENNA
Stereoreceiver 
(bijvoorbeeld 
XC-P01)
Audiokabel
(los 
verkrijgbaar)
Naar audio-
ingang
Naar SUBWOOFER 
OUT-aansluiting
Los verkrijgbare 
subwoofer 
(ingebouwde 
versterker)
ANTENNA
ANALOG
R
L
AUDIO OUTPUT
Audiokabel
(los verkrijgbaar)
Stereoreceiver 
(bijvoorbeeld 
XC-P01)
Netwerkaudiospeler
DIGITAL OUT
DIGITAL OUT
COAXIAL
OPTICAL
Coaxiale kabel 
(los verkrijgbaar)
Optische kabel 
(los verkrijgbaar)
Digitaal opnameapparaat
Stereoreceiver
Digitaal opnameapparaat