Keba 86.875 Electric Cars KEBA 86.875 Electric Cars N/A Silver, Grey Silver, Grey 86.875 Scheda Tecnica

Codici prodotto
86.875
Pagina di 48
KeContact P20 
Installatierichtlijnen
 
Installatiehandboek
, versie: 1.40 / artikelnummer: 90724 13 
© KEBA 2012-2013 
 
3.2  Criteria voor de elektrische aansluiting 
 
Algemeen 
 
Het stroomlaadstation is in de leveringstoestand ingesteld op 10 ampère. Stel de maximale 
stroom met de DIP-switches zo in dat deze past bij de geïnstalleerde installatieautomaat (zie 
hoofdstuk “DIP-switchinstellingen”). 
 
De voedingskabel moet vast worden bedraad in de bestaande gebouwinstallatie en voldoen 
aan de nationaal geldende wettelijke bepalingen. 
 
 
Keuze aardlekschakelaar: 
 
  Ieder laadstation moet via een eigen aardlekschakelaar worden aangesloten. Er 
mogen geen andere stroomcircuits worden aangesloten op deze aardlekschakelaar. 
  Aardlekshakelaars minimaal type A  
Afwijkend daarvan kan door de voertuigfabrikant een aardlekschakelaar type B 
worden geëist. Als niet bekend is welke voertuigen worden geladen (bijvoorbeeld half 
openbare bereiken) is het daarom zinvol om een aardlekschakelaar van het type B te 
gebruiken. 
  De nominale stroom I
N
 moet passend bij de installatieautomaat en de voorzekering 
worden gekozen. 
 
 
Bemeting installatieautomaat: 
Houd bij de bemeting van de installatieautomaat ook rekening met de hogere 
omgevingstemperaturen in de schakelkast! Hierdoor kan onder bepaalde omstandigheden 
een verlaging van de laadstroominstelling voor de verhoging van de 
installatiebeschikbaarheid nodig zijn. 
 
  Nominale stroom afhankelijk van de gegevens op het typeplaatje en in 
overeenstemming met het gewenste laadvermogen (DIP-switchinstellingen 
laadstroominstelling) en de voedingskabel bepalen. 
 
 
Bemeting voedingskabel: 
 
Houd bij de bemeting van de voedingskabel ook rekening met mogelijke minderingsfactoren 
en hogere omgevingstemperaturen in het binnenste aansluitbereik van het stroomlaadstation 
(zie temperatuurrating voedingsklemmen)! Hierdoor kan in bepaalde omstandigheden ook 
een grotere kabeldoorsnee en een aanpassing van de temperatuurbestendigheid van de 
voedingskabel nodig zijn. 
 
 
Stroomonderbreker: 
 
Het stroomlaadstation heeft geen eigen stroomschakelaar. De aardlekschakelaar en de 
installatieautomaat van de voedingskabel dienen als stroomonderbreker.