Xerox 2101 ST Digital Copier/Printer ユーザーガイド

ページ / 464
8.1 Mode Systeembeheerder
307
Inst
el
lingen mode 
S
yst
ee
mbehe
e
rde
r
Bedieningspaneel kopieerapparaat
De namen en functies van ieder onderdeel van het bedieningspaneel van het kopieerapparaat zijn
als volgt.
Bij modellen met printerfunctie (printerset geïnstalleerd) “1.2 Printerbedieningspaneel” in de printerhandleiding raadplegen.
Nr.
Naam
Functie
1
Knop afstelling
helderheid
Hiermee wordt de helderheid van het aanraakscherm afgesteld. Deze knop
verdraaien wanneer het scherm te licht of te donker is.
2
Aanraakscherm
Hier worden berichten en toepassingstoetsen weergegeven. De opties en
toepassingen op dit paneel aanraken om selecties te maken.
Dit scherm dient uitsluitend in de mode Systeembeheerder te worden
gebruikt.
3
Systeeminstellingen/
Toets Tellercontrole
Wordt gebruikt door de systeembeheerder bij het instellen van de
kopieertoepassingen.
4
Toets Toegangscode
In de mode Auditronbeheerder deze toets indrukken om het scherm
Toegangscode auditronbeheerder invoeren weer te geven. Door iedere
gebruiker te dwingen zijn of haar toegangscode in te voeren kan het gebruik
van het apparaat worden geregeld.
5
Toets
Energiespaarstand
Kan niet worden gebruikt.
6
Toets Alles wissen
Kan niet worden gebruikt.
7
Toets Onderbreken/
indicatielampje
Kan niet worden gebruikt.
8
Toets Stop
Kan niet worden gebruikt.
9
Toets Start
Kan niet worden gebruikt.
10
Aantaltoetsen
De aantaltoetsen of cijfertoetsen gebruiken om numerieke waarden in te
voeren, zoals de toegangscode.
11
Toets C (Wissen, Clear)
Deze toets indrukken om een met de aantaltoetsen verkeerd ingevoerde
numerieke waarde te wissen.