Xerox 2101 ST Digital Copier/Printer プリント
2
2-22
Inleiding tot Command Workstation en Command WorkStation LE
Venster
Soorten opmaak*
Standaard*
De volgende onderdelen van Command WorkStation
weergeven:
weergeven:
• Menubalk
• Hulpprogramma Taakstatus
• Actieknoppen
• Venster Actieve Taken
• Venster Taken
• Activiteitenmonitor (weergave met geselecteerde server)
• Hulpprogramma Taakstatus
• Actieknoppen
• Venster Actieve Taken
• Venster Taken
• Activiteitenmonitor (weergave met geselecteerde server)
Stijl 1*
De volgende onderdelen van Command WorkStation
weergeven:
weergeven:
• Menubalk
• Taakstatusindicatoren
• Actieknoppen
• Venster Actieve Taken
• Taakstatusindicatoren
• Actieknoppen
• Venster Actieve Taken
Stijl 2*
De volgende onderdelen van Command WorkStation
weergeven:
weergeven:
• Menubalk
• Taakstatusindicatoren
• Actieknoppen
• Venster Actieve Taken
• Activiteitenmonitor (weergave met alle servers)
• Taakstatusindicatoren
• Actieknoppen
• Venster Actieve Taken
• Activiteitenmonitor (weergave met alle servers)
Aangepast 1, Aangepast 2
of Aangepast 3*
of Aangepast 3*
De schermweergave van Command WorkStation instellen
op een aangepaste opmaak die eerder is gedefinieerd en
opgeslagen met de opdracht Opmaak opslaan.
op een aangepaste opmaak die eerder is gedefinieerd en
opgeslagen met de opdracht Opmaak opslaan.
Opmaak opslaan*
De huidige Command WorkStation-weergave onder
de gewenste naam opslaan als een aangepaste opmaak.
Opgeslagen opmaakstijlen kunt u kiezen in het submenu
Venster > Soorten opmaak. U kunt maximaal drie aangepaste
opmaakstijlen opslaan.
de gewenste naam opslaan als een aangepaste opmaak.
Opgeslagen opmaakstijlen kunt u kiezen in het submenu
Venster > Soorten opmaak. U kunt maximaal drie aangepaste
opmaakstijlen opslaan.
Takenvenster
De actieknoppen in- of uitschakelen. Een vinkje vóór de
opdracht betekent dat het venster Afgedrukte taken wordt
weergegeven.
opdracht betekent dat het venster Afgedrukte taken wordt
weergegeven.
Menu
Opdracht
Opdracht in submenu
Beschrijving