Xerox 2101 ST Digital Copier/Printer プリント

ページ / 236
3
3-1
Starten en aanmelden
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u met Command WorkStation en Command 
WorkStation LE taakstromen op de Fiery EX2101 kunt controleren en beheren. 
Als u eenmaal met operatorrechten bent aangemeld bij de Fiery EX2101, kunt u 
geblokkeerde taken bekijken op de Fiery EX2101 en opdrachten uitvoeren om de 
taken vrij te geven voor verwerking of afdrukken. U kunt dan ook verschillende 
taakeigenschappen wijzigen, zoals vereisten voor het afdrukken van variabele gegevens 
met FreeForm, papierinstellingen, afwerkingsopties en andere afdrukopties. Als een 
taak met succes is afgedrukt, kunt u deze opslaan in het takenarchief en een overzicht 
van de taakactiviteit bekijken in het takenlogboek.
 voor achtergrondinformatie over taakstromen en taakbeheer. 
In 
 vindt u een inleiding tot de gebruikersinterface van Command 
WorkStation en Command WorkStation LE.
O
PMERKING
Tenzij anders aangegeven geldt informatie in dit hoofdstuk zowel voor 
Command WorkStation als voor Command WorkStation LE. Naast secties die alleen 
van toepassing zijn op Command WorkStation staat een sterretje (*). Secties die alleen 
gelden voor Command WorkStation LE, worden aangegeven door een kruisje (†). 
Wanneer beide toepassingen bijna identiek zijn, worden alleen illustraties van 
Command WorkStation weergegeven.
Starten en aanmelden
Voordat u daadwerkelijk aan de slag kunt met Command WorkStation of Command 
WorkStation LE, moet u de toepassing starten en u aanmelden op de Fiery EX2101.
C
OMMAND
 W
ORK
S
TATION
 
STARTEN
*
Klik op Start op de Windows-taakbalk, kies Programma's >Fiery of Alle 
programma's >Fiery (alleen Windows XP), en kies vervolgens Command WorkStation 4.
Wanneer u Command WorkStation voor het eerst start, worden geen Fiery EX2101-
servers weergegeven in de lijst met aanmeldservers. Raadpleeg de 
Installatiegids 
gebruikerssoftware
 voor instructies over het configureren en toevoegen van 
Fiery EX2101-servers aan de lijst met aanmeldservers.
Hoofdstuk 3:
Werken met 
Command 
WorkStation 
of Command 
WorkStation LE