Xerox Phaser EX7750 プリント

ページ / 222
2
2-29
Voordat u aan de slag kunt met Command WorkStation of Command WorkStation LE
2.
Geef de volgende voorkeursinstellingen op en klik op OK om de instellingen 
op te slaan.
U kunt de volgende voorkeuren instellen:
Animatie inschakelen
—In de activiteitenmonitor de weergave van bewegende beelden 
inschakelen voor de server die is geselecteerd (zie 
Automatisch aanmelden
—Draagt Command WorkStation op het toegangsniveau 
en wachtwoord van de laatst aangemelde gebruiker van elke EX7750 te onthouden. 
Wanneer u zich opnieuw aanmeldt bij de EX7750, worden in het dialoogvenster 
Aanmelden van Command WorkStation automatisch het vorige toegangsniveau 
en wachtwoord ingevuld.
Knopinfo inschakelen
—Activeert de weergave van knopinfo, of contextgevoelige tekst 
die wordt weergegeven als u de muisaanwijzer op specifieke knoppen of opties in 
Command WorkStation plaatst.
Tijdelijk pad
—De map waarin tijdelijke kopieën worden opgeslagen van de taken 
die u bewerkt of wijzigt via Command WorkStation. U kunt het tijdelijke pad wijzigen 
door op Bladeren te klikken en een andere map te kiezen.
Algemeen: Eenheden
—De maateenheden voor het weergeven van kenmerken in het 
venster Taakeigenschappen en het venster Inslag. Voorbeelden van deze kenmerken zijn 
paginaopmaken en aangepaste opmaken.
 Sjabloonpad inslag
—De map waarin sjabloonbestanden voor inslag worden bewaard 
voor later gebruik. U kunt het sjabloonpad wijzigen door op Bladeren te klikken en 
een andere map te kiezen.
Sjabloonpad zoeken
—De map waarin sjablonen voor zoeken/vervangen worden 
opgeslagen voor later gebruik. U kunt het sjabloonpad wijzigen door op Bladeren 
te klikken en een andere map te kiezen.
Recordlimiet
—Bepaalt het maximale aantal taken dat Command WorkStation zal 
weergeven.
Formaat exportbestand
—Bepaalt de inhoud van het tabblad Takenlogboek die bij het 
exporteren van het tabblad Takenlogboek in een door tabs of komma’s gescheiden 
tekstbestand wordt omgezet.
Eenvoudige tabelstijl
—Bepaalt een eenvoudige tabelstijl voor de weergave van het 
dialoogvenster Taakeigenschappen wanneer één enkele taak geselecteerd is.
Stuurprogramma vervangt formaat
—Bepaalt dat het stuurprogramma het formaat 
vervangt voor de weergave van het dialoogvenster Taakeigenschappen wanneer één 
enkele taak geselecteerd is.