Xerox Phaser 2135 ユーザーガイド

ページ / 102
 
 
Als een van de volgende omstandigheden zich voordoet dient u de printer direct 
uit te schakelen, het netsnoer uit het stopcontact te trekken en contact op te nemen 
met een erkende servicevertegenwoordiger.
 
 
Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
 
 
Er is een vloeistof in de printer gemorst.
 
 
De printer is blootgesteld aan water.
 
 
Een onderdeel van de printer is beschadigd.
 
Onderhoudsveiligheid
 
 
Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn 
beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd.
 
 
Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Het gebruik van 
niet-goedgekeurd toebehoren kan slechte prestaties en gevaarlijke situaties tot 
gevolg hebben.
 
 
Verwijder geen kappen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij 
u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies hebt ontvangen om dit 
te doen. Als dergelijke installaties worden uitgevoerd, moet de printer zijn 
uitgeschakeld. Buiten de door de gebruiker te installeren opties, bevinden zich 
achter deze kappen geen onderdelen die u kunt onderhouden of waaraan u service 
kunt verlenen.
 
Bedieningsveiligheid
 
Uw printer en toebehoren werden ontworpen en getest om aan strenge veiligheidseisen 
te voldoen. Hieronder vallen onderzoek en goedkeuring door veiligheidsinstanties en 
naleving van ingestelde milieunormen.
Het opvolgen van de volgende veiligheidsrichtlijnen verzekert ononderbroken veilige 
werking van uw printer.
 
 
Gebruik specifiek voor de printer ontworpen materialen en toebehoren. Gebruik 
van ongeschikte materialen kan in slechte prestaties en gevaarlijke situaties 
resulteren.
 
 
Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die zijn aangegeven op of geleverd 
bij de printer, opties en toebehoren.
 
 
Zet de printer in een stofvrij gebied met een temperatuurbereik van 10º C tot 32º C 
(50º F tot 90º F) en een relatieve vochtigheid van 10 tot 85 procent.
 
 
Zet de printer in een gebied met voldoende ruimte voor ventilatie, bediening en 
onderhoud. De aanbevolen minimumruimte is 90 cm (36 in.) voor en boven de 
printer, 60 cm (24 in.) achter de printer en 30 cm (12 in.) aan elke kant van de 
printer. Bedek of blokkeer de sleuven en openingen in de printer niet. Bij 
onvoldoende ventilatie kan de printer oververhit raken.
 
 
Gebruik de printer voor optimale prestaties op hoogtes onder 2000 meter (6550 ft.). 
Op hoogtes tussen 2000 meter (6560 ft.) en 3000 meter (9840 ft.) kunnen de 
prestaties afnemen. Gebruik op hoogtes boven 3000 meter (9840 ft.) valt buiten de 
werkingsgrenzen.
 
 
Zet de printer niet in de buurt van een warmtebron.
 
 
Stel de printer niet bloot aan direct zonlicht.
 
 
Zet de printer niet in de koude luchtstroom van een airconditioningsysteem.