Fujifilm FUJIFILM X10 オーナーマニュアル

ページ / 148
36
Druk voor close-ups op de keuzeknop links (
F) om een keuze te maken uit de onderstaande macrostan-
den.
OFF
OFF
Kies uit 
F (MACRO), 
G (SUPER MACRO) of 
OFF (MACRO UIT)
Als de macrostand is ingeschakeld, stelt de camera scherp op onderwerpen die zich nabij het midden van 
het scherpstelframe bevinden. Gebruik de zoomring om de compositie van de foto te bepalen. In de super-
macrostand gelden de volgende beperkingen: de lens moet helemaal uitgezoomd zijn (in andere zoompo-
sities wordt 
z weergegeven) en het fl itslicht kan niet worden gebruikt.
1 
•  Het is raadzaam om een statief te gebruiken om bewegingsonscherpte te voorkomen.
•  Bij gebruik van de fl itser kan fl itslichtcompensatie vereist zijn (
P 87).
• Het gebruik van de fl itser op korte afstand kan leiden tot een lensschaduw. Zoom iets meer in of neem wat meer 
afstand van het onderwerp.
•  Als de macrostand is ingesteld terwijl de afspeelmodus is ingesteld op 
INFO-DISPLAY
 of 
LCD UITGESCHAKELD
zal de afspeelmodus automatisch schakelen naar  
STANDAARD
 (
P 6).
•  Het gebruik van het LCD-scherm wordt aangeraden om parallax te vermijden op korte afstand.
•  De camera kan scherpstellen op korte afstand wanneer de macrostand niet is ingesteld, maar de tijd die nodig is om 
scherp te stellen zal toenemen.
•  Draai de zoomring tot de zoomindicator wit wordt bij gebruik van 
G (P 19).
 Scherpstelbereik (vanaf de voorkant van de lens)
•  Ca. 50 cm–oneindig (groothoek); 80 cm–oneindig (tele)
•  Macro: ca. 10 cm–3 m (groothoek); 50 cm–5 m (tele)
•  Super macro: ca. 1 cm–1 m (groothoek)
F Opnamestanden Macro en Super Macro (close-ups)