Fujifilm FinePix S2980 / S2995 オーナーマニュアル

ページ / 143
80
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
H
H SCHERPTE
 SCHERPTE
Om aan te geven of contouren al dan niet moeten 
worden verzacht.
•  HARD: om foto’s van gebouwen of documenten 
harde contouren te geven.
•  STANDAARD: standaardscherpte. Aanbevolen voor 
de meeste situaties.
•  UIT: om portretten e.d. zachte contouren te geven.
C
C LICHTMEETSYSTEEM
 LICHTMEETSYSTEEM
Bepaal hoe de camera de belichting meet als Intel-
ligente gezichtsdetectie is uitgeschakeld.
• 
o MULTI: Automatische scèneherkenning wordt 
gebruikt om de belichting aan te passen aan di-
verse omstandigheden.
• 
p SPOT: De camera meet de lichtomstandighe-
den in het midden van het beeld. Aan te bevelen 
wanneer de achtergrond veel lichter of donkerder 
is dan het belangrijkste onderwerp. Deze optie 
kan worden gebruikt in combinatie met scherp-
stelvergrendeling (pag. 33) om de belichting te 
meten van onderwerpen die zich niet in het mid-
den van het beeld bevinden.
• 
q INTEGRAAL: De belichting wordt ingesteld op 
basis van het gemiddelde van het gehele beeld. 
Zorgt voor dezelfde belichting bij meerdere foto’s 
met hetzelfde licht en is in het bijzonder eff ectief 
voor het fotograferen van landschappen en het 
maken van portretten van onderwerpen met wit-
te of zwarte kleding.