Samsung NX30 ユーザーズマニュアル

ページ / 218
Opnamefuncties
111
111
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de 
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie 
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of 
lager is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen. De 
belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera 
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan 
±3 EV.
Houd [W] ingedrukt en draai het instelwiel om de belichtingswaarde aan 
te passen. U kunt de belichtingswaarde ook aanpassen door op [f] te 
drukken en EV te selecteren.
U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van 
de belichtingsniveau-indicator.
Belichtingsniveau-
indicator
Toegenomen belichting  
(helderder)
Afgenomen belichting  
(donkerder) 
Belichtingswaarschuwing
Standaardbelichtingsindicator
-2
Origineel
+2
De richtlijnen overbelichting weergeven
Overbelichte delen van een foto bekijken in de opnamemodus voordat 
een foto wordt vastgelegd. Als u deze instelling instelt, knipperen de 
overbelichte delen van een foto.
U geeft de richtlijnen 
overbelichting als volgt 
weer:
In de opnamemodus drukt u op [m] 
ĺ
 b 
ĺ
  
Richtl. overbelichting 
ĺ
 een optie.
Belichtingscompensatie