Pentax K-m White 操作ガイド

ページ / 278
81
Opnamefuncties
4
Selecteer = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.), 
.
(Portret bij nacht) of a (Filtser UIT) met de functiekiezer als een opname 
niet naar wens wordt gemaakt in de stand I (Autom. opname).
De standen hebben de volgende kenmerken.
Opnamefunctie
Stand
Kenmerken
I (Autom. opname)
De optimale opnamestand wordt automatisch geselecteerd uit 
de standen Portret, Landschap, Macro, Bewegend onderwerp 
en Portret bij nacht, of Normaal (standaardinstellingen).
= (Portret)
Optimaal voor het maken van portretfoto’s.
s (Landschap)
Verdiept het scherpstelbereik, benadrukt kleuren en 
verzadiging van bomen en lucht en zorgt voor scherpe 
opnamen.
q (Macro)
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van bloemen 
en andere kleine onderwerpen op korte afstand.
\ (Bewegend onderw.)
Hiermee kunt u scherpe opnamen maken van een snel 
bewegend onderwerp, bijvoorbeeld bij een sportevenement.
. (Portret bij nacht)
Hiermee kunt u opnamen van mensen tegen een nachtelijke 
achtergrond of tijdens de schemering.
a (Filtser UIT)
De flitser is uitgeschakeld. Andere instellingen zijn gelijk aan 
Normaal in I.
In de stand . zal de camera, ook al wordt de flitser wel gebruikt, lange sluitertijden 
gebruiken zodat de achtergrond buiten het bereik van de flitser ook correct belicht op de 
opname komt (1 Lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken (p.136)). Gebruik de functie 
Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
e_kb464_84percent.book  Page 81  Wednesday, October 15, 2008  11:38 AM