Pentax K-S2 操作ガイド
7
124
Bijlage
t Memo
• In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de camera niet
werkt vanwege oorzaken zoals statische elektriciteit, etc.
Dit kunt u oplossen door de batterij te verwijderen en opnieuw
te plaatsen. Er is geen reparatie nodig als de camera hierna
weer correct werkt.
Problemen oplossen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
niet worden
ingeschakeld.
De batterij is niet
op de juiste wijze
geplaatst.
op de juiste wijze
geplaatst.
Controleer of de batterij in de
juiste richting is geplaatst.
juiste richting is geplaatst.
De batterij is bijna
leeg.
leeg.
Laad de batterij op.
De sluiter kan niet
worden
ontspannen.
worden
ontspannen.
De ingebouwde
flitser wordt
opgeladen.
flitser wordt
opgeladen.
Wacht tot het opladen gereed
is.
is.
Er is geen vrije
ruimte op de
geheugenkaart.
ruimte op de
geheugenkaart.
Plaats een geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of
verwijder overbodige opnamen.
voldoende vrije ruimte of
verwijder overbodige opnamen.
Gegevens worden
verwerkt.
verwerkt.
Wacht totdat de verwerking is
voltooid.
voltooid.
De diafragmaring
van het objectief is
op een andere
positie ingesteld
dan 9.
van het objectief is
op een andere
positie ingesteld
dan 9.
Zet de diafragmaring van het
objectief in de stand 9 of
selecteer [Activeren] bij [28
Diafragmaring gebruiken] in het
menu E4. (p.120)
objectief in de stand 9 of
selecteer [Activeren] bij [28
Diafragmaring gebruiken] in het
menu E4. (p.120)
De autofocus
werkt niet.
werkt niet.
Er kan moeilijk
worden scherp
gesteld op het
onderwerp.
worden scherp
gesteld op het
onderwerp.
v werkt niet goed bij objecten
met een laag contrast (de
hemel, witte muren, etc.),
donkere kleuren, ingewikkelde
patronen, snel bewegende
objecten of landschaps-
opnamen via een venster of
een netachtig patroon.
Vergrendel de scherpstelling
op een ander object dat zich
op dezelfde afstand als uw
onderwerp bevindt, richt dan op
het doel en maak een opname.
Als alternatief kan gebruik
worden gemaakt van w.
met een laag contrast (de
hemel, witte muren, etc.),
donkere kleuren, ingewikkelde
patronen, snel bewegende
objecten of landschaps-
opnamen via een venster of
een netachtig patroon.
Vergrendel de scherpstelling
op een ander object dat zich
op dezelfde afstand als uw
onderwerp bevindt, richt dan op
het doel en maak een opname.
Als alternatief kan gebruik
worden gemaakt van w.
Het onderwerp is
te dichtbij.
te dichtbij.
Neem meer afstand tot het
onderwerp en maak een
opname.
onderwerp en maak een
opname.
De scherpstelling
kan niet worden
vergrendeld.
kan niet worden
vergrendeld.
AF-stand van Live
Weergave is
ingesteld op f.
Weergave is
ingesteld op f.
Stel [Contrast-AF] in op e,
g, h of i. (p.59)
g, h of i. (p.59)
De ingebouwde
flitser gaat niet af.
flitser gaat niet af.
De flitsinstelling is
ingesteld op A of
B.
ingesteld op A of
B.
Wanneer de flitser is ingesteld
op A of B, gaat de flitser niet
af als het onderwerp helder is.
Wijzig de flitsinstelling. (p.55)
op A of B, gaat de flitser niet
af als het onderwerp helder is.
Wijzig de flitsinstelling. (p.55)
De camera wordt
niet herkend als
deze aangesloten
is op een
computer.
niet herkend als
deze aangesloten
is op een
computer.
De USB-
aansluitingsstand
is ingesteld op
[PTP].
aansluitingsstand
is ingesteld op
[PTP].
Stel [USB-aansluiting] in op
[MSC] in het menu D2.
[MSC] in het menu D2.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
KS2_OPM_DUT.book Page 124 Thursday, February 19, 2015 2:08 PM