Pentax KP 操作ガイド
7
Bi
jlage
137
t Memo
• In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de camera niet
werkt vanwege oorzaken zoals statische elektriciteit, etc.
Dit kunt u oplossen door de batterij te verwijderen en opnieuw
te plaatsen. Er is geen reparatie nodig als de camera hierna
weer correct werkt.
Problemen oplossen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
niet worden
ingeschakeld.
De batterij is niet
op de juiste wijze
geplaatst.
op de juiste wijze
geplaatst.
Controleer of de batterij in de
juiste richting is geplaatst.
juiste richting is geplaatst.
De batterij is bijna
leeg.
leeg.
Laad de batterij op.
De sluiter kan
niet worden
ontspannen.
niet worden
ontspannen.
De ingebouwde
flitser wordt
opgeladen.
flitser wordt
opgeladen.
Wacht tot het opladen
gereed is.
gereed is.
Er is geen vrije
ruimte op de
geheugenkaart.
ruimte op de
geheugenkaart.
Plaats een geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of
verwijder overbodige opnamen.
voldoende vrije ruimte of
verwijder overbodige opnamen.
Gegevens worden
verwerkt.
verwerkt.
Wacht totdat de verwerking
is voltooid.
is voltooid.
De diafragmaring
van het objectief is
op een andere
positie ingesteld
dan 9.
van het objectief is
op een andere
positie ingesteld
dan 9.
Zet de diafragmaring van het
objectief in de stand 9 of
selecteer [Activeren] bij [24
Diafragmaring gebruiken] in
menu E4. (p.131)
objectief in de stand 9 of
selecteer [Activeren] bij [24
Diafragmaring gebruiken] in
menu E4. (p.131)
De AF-modus
staat ingesteld op
x en het
onderwerp is niet
scherp gesteld.
staat ingesteld op
x en het
onderwerp is niet
scherp gesteld.
Stel de scherpstellingsmethode
in op w en stel handmatig
scherp.
in op w en stel handmatig
scherp.
De autofocus
werkt niet.
werkt niet.
Er kan moeilijk
worden scherp
gesteld op het
onderwerp.
worden scherp
gesteld op het
onderwerp.
v werkt niet goed bij objecten
met een laag contrast (de
hemel, witte muren, etc.),
donkere kleuren, ingewikkelde
patronen, snel bewegende
objecten of landschaps-
opnamen via een venster of
een netachtig patroon.
Vergrendel de scherpstelling op
een ander object dat zich op
dezelfde afstand als uw
onderwerp bevindt, richt dan op
het doel en maak een opname.
Als alternatief kan gebruik
worden gemaakt van w.
met een laag contrast (de
hemel, witte muren, etc.),
donkere kleuren, ingewikkelde
patronen, snel bewegende
objecten of landschaps-
opnamen via een venster of
een netachtig patroon.
Vergrendel de scherpstelling op
een ander object dat zich op
dezelfde afstand als uw
onderwerp bevindt, richt dan op
het doel en maak een opname.
Als alternatief kan gebruik
worden gemaakt van w.
Het onderwerp is
te dichtbij.
te dichtbij.
Neem meer afstand tot het
onderwerp en maak een
opname.
onderwerp en maak een
opname.
De scherpstelling
kan niet worden
vergrendeld.
kan niet worden
vergrendeld.
[Actief AF-gebied]
van Live
Weergave is
ingesteld op
[Traceren].
van Live
Weergave is
ingesteld op
[Traceren].
Stel [Actief AF-gebied] in op iets
anders dan [Traceren]. (p.71)
anders dan [Traceren]. (p.71)
De ingebouwde
flitser gaat niet af.
flitser gaat niet af.
De flitsstand is
ingesteld op [Auto
ontladen flitser].
ingesteld op [Auto
ontladen flitser].
Wanneer de flitsstand is
ingesteld op [Auto ontladen
flitser], gaat de flitser niet af als
het onderwerp helder is.
Wijzig de flitsstand. (p.65)
ingesteld op [Auto ontladen
flitser], gaat de flitser niet af als
het onderwerp helder is.
Wijzig de flitsstand. (p.65)
De camera wordt
niet herkend als
deze aangesloten
is op een
computer.
niet herkend als
deze aangesloten
is op een
computer.
De USB-
aansluitfunctie is
ingesteld op
[PTP].
aansluitfunctie is
ingesteld op
[PTP].
Stel [USB-aansluiting] in op
[MSC] in menu D3. (p.102)
[MSC] in menu D3. (p.102)
Probleem
Oorzaak
Oplossing
KP-OPM-NL.book Page 137 Tuesday, February 14, 2017 5:47 PM