Panasonic SC-AK330 操作ガイド
NEDERLANDS
7
7
RQT7795
Discs
Albums overslaan
MP3
Alleen met de afstandsbediening
Tijdens weergave of in de stopstand
Druk op [ALBUM ( of )] om het gewenste album te kiezen.
In de stopstand (voorbeeld):
H.BASS
PLAY MODE
:/ J, CD
DISC
CD/RDS DISP
L, CLEAR
ALBUM (
of
)
DISP, –DEMO
Huidig album
Aantal tracks in
huidig album
huidig album
AK330
AK230
Cijfertoetsen
CD-display
CD
MP3
U kunt de gewenste CD-displayfunctie kiezen.
Tijdens weergave of in de pauzestand
Op de afstandsbediening: Druk op [CD/RDS DISP].
AK230
Op het hoofdapparaat: Druk op [DISP, –DEMO].
Telkens wanneer u op de toets drukt:
CD
Resterende afspeeltijd
Verstreken afspeeltijd
MP3
a
Resterende
b
Albumtitel
c
Tracktitel
afspeeltijd
g
Verstreken
f ID3-
e ID3-
d ID3-
afspeeltijd artiestennaam
titelnaam
albumnaam
Voorbeeld: a Resterende afspeeltijd
AK330
AK230
Opmerking
CD
•
Tijdens het afspelen van tracknummer 25 of een hoger nummer,
wordt de resterende afspeeltijd aangegeven als “– –:– –”.
wordt de resterende afspeeltijd aangegeven als “– –:– –”.
MP3
•
Wanneer een titel langer is dan 8 lettertekens, zal hij over het display
schuiven. Als u een van de displayfuncties b-f kiest (zie hierboven),
zal de titel na telkens 3 seconden weer over het display schuiven.
schuiven. Als u een van de displayfuncties b-f kiest (zie hierboven),
zal de titel na telkens 3 seconden weer over het display schuiven.
•
“NO ID3” verschijnt op het display indien er geen titels met ID3
identificatielabels zijn ingevoerd.
identificatielabels zijn ingevoerd.
•
Maximaal aantal lettertekens die het display kan weergeven:
Album-/tracktitel: 31
ID3 album-/titel-/artiestennaam: 30
(ID3 is een identificatie-aanhangsel dat in MP3-tracks is vastgelegd
om informatie over de track te geven.)
Album-/tracktitel: 31
ID3 album-/titel-/artiestennaam: 30
(ID3 is een identificatie-aanhangsel dat in MP3-tracks is vastgelegd
om informatie over de track te geven.)
•
Het display van dit apparaat kan album- en tracktitels met ID3
identificatielabels (versie 1.0 en 1.1) weergeven. Titels met tekstdata
die door het apparaat niet worden ondersteund, kunnen niet worden
weergegeven.
identificatielabels (versie 1.0 en 1.1) weergeven. Titels met tekstdata
die door het apparaat niet worden ondersteund, kunnen niet worden
weergegeven.
•
Titels die met 2-byte code zijn ingevoerd kunnen op dit apparaat
niet juist worden weergegeven.
niet juist worden weergegeven.
Luisteren naar specifieke discs en tracks
(Afspeelfuncties)
CD
MP3
a
ALL-DISC:
Alle geplaatste discs worden achter elkaar
afgespeeld, beginnend vanaf de gekozen disc tot
en met de laatste disc \.
afgespeeld, beginnend vanaf de gekozen disc tot
en met de laatste disc \.
b
1-SONG:
Eén gekozen track op de gekozen disc wordt
afgespeeld.
afgespeeld.
c
1-ALBUM:
MP3
Eén gekozen album op de gekozen disc
wordt afgespeeld.
d
1-DISC
RANDOM:
RANDOM:
Eén gekozen disc wordt in willekeurige volgorde
afgespeeld.
afgespeeld.
e
ALL-DISC
RANDOM:
RANDOM:
CD
Alle geplaatste discs worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
f
1-DISC:
Eén gekozen disc wordt afgespeeld.
g
1-ALBUM
RANDOM:
RANDOM:
MP3
Eén gekozen album wordt in willekeurige
volgorde afgespeeld.
Alleen met de afstandsbediening
Voorbereiding: Druk op [:/J, CD] en daarna op [ L, CLEAR].
Druk op [PLAY MODE] om de gewenste functie te kiezen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt:
MP3
CD
a ALL-DISC
b 1-SONG
f 1-DISC
d 1-DISC RANDOM
e ALL-DISC RANDOM
a ALL-DISC
c 1-ALBUM
b 1-SONG
g 1-ALBUM RANDOM
f 1-DISC
d 1-DISC RANDOM
ALL-DISC RANDOM
CD
Druk op [:/ J, CD] om de weergave te starten.
ALL-DISC/1-DISC/1-DISC RANDOM
CD
MP3
Druk op [DISC] en druk daarna op [1] – [5] om de gewenste
disc te kiezen.
disc te kiezen.
Het afspelen begint.
1-ALBUM/1-ALBUM RANDOM
MP3
1
Druk op [DISC] en druk daarna op [1] – [5] om de
gewenste disc te kiezen.
gewenste disc te kiezen.
2
Druk op [ALBUM (
of
)] om het album te kiezen.
Het afspelen begint vanaf het gekozen album.
1-SONG
CD
1
Druk op [DISC] en druk daarna op [1] – [5] om de
gewenste disc te kiezen.
gewenste disc te kiezen.
2
Druk op de cijfertoetsen om de gewenste track in de
huidige disc te kiezen.
huidige disc te kiezen.
Om een tracknummer van 2 cijfers te kiezen, druk op [
>10] en
druk vervolgens op de twee cijfers.
De weergave begint vanaf de gekozen track.
De weergave begint vanaf de gekozen track.
MP3
1
Druk op [DISC] en druk daarna op [1] – [5] om de
gewenste disc te kiezen.
gewenste disc te kiezen.
2
Druk op [ALBUM (
of
)] om het album te kiezen.
3
Druk op de cijfertoetsen om de gewenste track in het
huidige album te kiezen.
huidige album te kiezen.
Om een tracknummer van 2 cijfers te kiezen, druk op [
>10] en
druk vervolgens op de twee cijfers.
Om een tracknummer van 3 cijfers te kiezen, druk tweemaal op
[
Om een tracknummer van 3 cijfers te kiezen, druk tweemaal op
[
>10] en druk vervolgens op de drie cijfers.
De weergave begint vanaf de gekozen track.
Om het afspelen te stoppen
Druk op [L, CLEAR].
Wanneer het afspelen voltooid is
Ook wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld, blijft de huidige
afspeelfunctie in het geheugen opgeslagen totdat u een andere functie kiest.
\ Laatste disc
Bij voorbeeld, indien het afspelen begint vanaf disc 4, zal disc 3 de
“laatste disc” zijn.
Afspeelvolgorde: Disc 4
Druk op [L, CLEAR].
Wanneer het afspelen voltooid is
Ook wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld, blijft de huidige
afspeelfunctie in het geheugen opgeslagen totdat u een andere functie kiest.
\ Laatste disc
Bij voorbeeld, indien het afspelen begint vanaf disc 4, zal disc 3 de
“laatste disc” zijn.
Afspeelvolgorde: Disc 4
➞5➞1➞2➞3
L
MP3
Wanneer “NOT MP3/ERROR1” op het display verschijnt
Een niet-ondersteunde MP3-indeling wordt weergegeven. Het apparaat
zal de betreffende track overslaan en de volgende track weergeven.
zal de betreffende track overslaan en de volgende track weergeven.
Opmerking
•
Geprogrammeerde weergave is niet mogelijk samen met de
afspeelfuncties (PLAY MODE).
afspeelfuncties (PLAY MODE).
•
MP3
Tijdens 1-ALBUM weergave kunnen tracks alleen binnen het
huidige album worden overgeslagen.