Emp Centauri ,Number of participants=8 MS9/8PIU-5 データシート
製品コード
MS9/8PIU-5
omvlechting en de folie met de schaar ongeveer voor 5 mm korter.
3.
Verwijder de binnenisolatie uit kunststof in de lengte van ongeveer 10 mm (ca. 5 mm isolatie
blijft bewaard).
blijft bewaard).
4.
Draai de F connector voorzichtig op het eind van de coaxiale kabel tot de kunststof isolatie
tegelijk met de opening in de F connector is.
tegelijk met de opening in de F connector is.
5.
Controleer of het niet tot de kortsluiting tussen de middelgeleider van de coaxiale kabel en de
F connector gekomen is.
F connector gekomen is.
Coaxiale kabel mogen niet breken, de minimale radius van de buiging bedraagt 5 cm. Sluit de F
connectors in de F stopcontacten van het product in en draai met aangepaste kracht vast.
connectors in de F stopcontacten van het product in en draai met aangepaste kracht vast.
•
Sluit de als A-H gemarkeerde ingangsstopcontacten F met de uitgangen van de connectors
(LNB) volgens volgende tabel:
(LNB) volgens volgende tabel:
markering van F
stopcontact van switch
stopcontact van switch
markering van uitgang
quatra LNB
quatra LNB
markering van uitgang
quad LNB
quad LNB
A
LNB A, V/L of 12V/0kHz
LNB A, willekeurige uitgang
B
LNB A, H/L of 18V/0kHz
LNB A, willekeurige uitgang
C
LNB A, V/H of 12V/22kHz
LNB A, willekeurige uitgang
D
LNB A, H/H of 18V/22kHz
LNB A, willekeurige uitgang
E
LNB B, V/L of 12V/0kHz
LNB B, willekeurige uitgang
F
LNB B, H/L of 18V/0kHz
LNB B, willekeurige uitgang
G
LNB B, V/H of 12V/22kHz
LNB B, willekeurige uitgang
H
LNB B, H/H of 18V/22kHz
LNB B, willekeurige uitgang
•
Sluit het ingangsstopcontact F met markering TERR IN met de uitgang van de terrestrische
antenne, eventueel van de terrestrische antenne met de terrestrische antenne voorversterker
aan.
antenne, eventueel van de terrestrische antenne met de terrestrische antenne voorversterker
aan.
•
Sluit de uitgangsstopcontacten F gemarkeerd als 1 tot het aantal uitgangen van het concrete
type van switch
type van switch
met andere componenten van de distributie aan (satellietontvanger,
terrestrische ontvanger, stopcontact van deelnemer e.d.).
•
Sluit de met het symbool voor de veiligheidsaansluiting gemarkeerde connector, zie het
hoofdstuk 10 uitleggen van tekens, met de geleider van de veiligheidsaansluiting aan.
hoofdstuk 10 uitleggen van tekens, met de geleider van de veiligheidsaansluiting aan.
•
Sluit de netstekker van het product in het stopcontact van het elektriciteitsnet met de
spanning volgens het hoofdstuk 2 technische specificaties aan.
spanning volgens het hoofdstuk 2 technische specificaties aan.
Bij de toepassing van quad LNB is het noodzakelijk 22 kHz in te schakelen, zie hoofdstuk 6 instelling
van het product. Wordt een van de uitgangen niet gebruikt, is het goed deze uitgang met de 75 . last te
beëindigen. Is de uitgang niet beëindigd, kunnen de gespecificeerde waarden van de demping van de
terrestrische zone niet opgevolgd.
Voorbeelden van mogelijke aansluitingen zijn in het hoofdstuk 11 schemata van aansluiting of op de
webpagina www.emp-centauri.cz aangegeven.
van het product. Wordt een van de uitgangen niet gebruikt, is het goed deze uitgang met de 75 . last te
beëindigen. Is de uitgang niet beëindigd, kunnen de gespecificeerde waarden van de demping van de
terrestrische zone niet opgevolgd.
Voorbeelden van mogelijke aansluitingen zijn in het hoofdstuk 11 schemata van aansluiting of op de
webpagina www.emp-centauri.cz aangegeven.
6 Instelling van het product
Bij alle satelliet ingangen is het mogelijk het peil van signalen door attenuators in het bereik van 15 dB
te wijzigen.
Bij het draaien naar de uiterste rechterpositie is de demping minimaal, bij het draaien naar de uiterste
linkerpositie is de demping maximaal (bij de terrestrische ingang het omschakelen naar de passieve
modus, zie verder). Stel de attenuators heel zacht in, probeer de uiterste posities niet om te draaien.
Het is mogelijk het signaal 22 kHz naar de satelliet ingangen voor de bovenzone in en uit te schakelen
en de actieve en passieve modus van de terrestrische zone kunnen met behulp van DIP-switch links in
te wijzigen.
Bij het draaien naar de uiterste rechterpositie is de demping minimaal, bij het draaien naar de uiterste
linkerpositie is de demping maximaal (bij de terrestrische ingang het omschakelen naar de passieve
modus, zie verder). Stel de attenuators heel zacht in, probeer de uiterste posities niet om te draaien.
Het is mogelijk het signaal 22 kHz naar de satelliet ingangen voor de bovenzone in en uit te schakelen
en de actieve en passieve modus van de terrestrische zone kunnen met behulp van DIP-switch links in
het bovendeel van de multiswitch omgeschakeld worden.
•
Hendel 4 in de positie OFF/ON schakelt 22 kHz naar de satelliet ingangen C en D in/uit.
•
Hendel 3 in de positie OFF/ON schakelt 22 kHz naar de satelliet ingangen G en H in/uit.
•
Hendel 1 in de positie OFF/ON schakelt het passieve en actieve modus van de terrestrische
zone om.
zone om.
In de passieve modus kan de multiswitch de sog. retourkanaal overdragen. De hendel is in de positie
ON indien deze vlak bij de bovenkant van de multiswitch is. De hendel is in de positie OFF indien
deze vlak bij de onderkant van de multiswitch is. De hendel 4 is dichtsbij de voedingsbron van de
multiswitch.
Indien het ingangsstopcontact F gemarkeerd TERR IN met kortsluiting is of indien de maximale
toegestane stroom overschreden is, zie hoofdstuk 2 technische specificaties, komt het tot de daling van
de spanning, in het geval van de kortsluiting tot 0 V. De kwaliteit van het signaal wordt erdoor niet
beinvloed.
De satellietontvanger is volgens volgende tabel in te stellen:
ON indien deze vlak bij de bovenkant van de multiswitch is. De hendel is in de positie OFF indien
deze vlak bij de onderkant van de multiswitch is. De hendel 4 is dichtsbij de voedingsbron van de
multiswitch.
Indien het ingangsstopcontact F gemarkeerd TERR IN met kortsluiting is of indien de maximale
toegestane stroom overschreden is, zie hoofdstuk 2 technische specificaties, komt het tot de daling van
de spanning, in het geval van de kortsluiting tot 0 V. De kwaliteit van het signaal wordt erdoor niet
beinvloed.
De satellietontvanger is volgens volgende tabel in te stellen:
LNB
opdracht DiSEqC voor
omschakelen naar
gegeven LNB
omschakelen naar
gegeven LNB
instelling van satellietontvanger
LNB 1
Position 0 + Option 0
DiSEqC 1 or DiSEqC A (volgens type van satellietenontvanger)
LNB 2
Position 1 + Option 0
DiSEqC 2 or DiSEqC B (volgens type van satellietenontvanger)
7 veiligheid
Om veiligheidsredenen dienen het product en de installatie waarin het product ingeschakeld is
zorgvuldig geaard te worden. Gebruik voor het aarden van het product een met het betreffende
symbool gemarkeerde klem. Zorg vooral voor het juiste aarden van de antennes.
Sluit alle inrichtingen in de installatie op het elektriciteitsnet eerst op het moment aan wanneer
alles gekoppeld en gecontroleerd is.
Het product werkt met de wisselspanning, zie het hoofdstuk 2 technische specificaties.
Controleer of de spanning van het locale elektriciteitsnet met de bedrijfsspanning van het
product overeenkomt.
Op het netsnoer van het product mogen geen voorwerpen gelegd worden om de beschadiging of
klemmen ervan te verhinderen. Het netsnoer mag de hete voorwerpen niet aanraken.
Trek bij het loskoppelen van het elektriciteitsnet nooit het netsnoer maar de netstekker om de
beschadiging van het netsnoer te verhinderen. Schenk er een aandacht aan dat de netstekker in
het stopcontact altijd vast houdt. Wankele netstekker of stopcontact betekenen het brandgevaar.
Open nooit het in het elektriciteitsnet ingeschakelde product. U kunt door de elektrische stroom
getroffen worden.
Werk nooit met de installatie (inclusief satelliet en terrestrische ontvanger, TV) tijdens of voor
het onweer. Door de blikseminslag in de antenne kunnen op de metalen delen van het product
gevaarlijke overspanningen ontstaan.
Wanneer het product in contact met de vloeistoffen (druppelend water, overgelopen dranken
e.d.) komt, koppel het product onmiddellijk van het elektriciteitsnet en van de installatie los.
zorgvuldig geaard te worden. Gebruik voor het aarden van het product een met het betreffende
symbool gemarkeerde klem. Zorg vooral voor het juiste aarden van de antennes.
Sluit alle inrichtingen in de installatie op het elektriciteitsnet eerst op het moment aan wanneer
alles gekoppeld en gecontroleerd is.
Het product werkt met de wisselspanning, zie het hoofdstuk 2 technische specificaties.
Controleer of de spanning van het locale elektriciteitsnet met de bedrijfsspanning van het
product overeenkomt.
Op het netsnoer van het product mogen geen voorwerpen gelegd worden om de beschadiging of
klemmen ervan te verhinderen. Het netsnoer mag de hete voorwerpen niet aanraken.
Trek bij het loskoppelen van het elektriciteitsnet nooit het netsnoer maar de netstekker om de
beschadiging van het netsnoer te verhinderen. Schenk er een aandacht aan dat de netstekker in
het stopcontact altijd vast houdt. Wankele netstekker of stopcontact betekenen het brandgevaar.
Open nooit het in het elektriciteitsnet ingeschakelde product. U kunt door de elektrische stroom
getroffen worden.
Werk nooit met de installatie (inclusief satelliet en terrestrische ontvanger, TV) tijdens of voor
het onweer. Door de blikseminslag in de antenne kunnen op de metalen delen van het product
gevaarlijke overspanningen ontstaan.
Wanneer het product in contact met de vloeistoffen (druppelend water, overgelopen dranken
e.d.) komt, koppel het product onmiddellijk van het elektriciteitsnet en van de installatie los.
8 onderhoud van het product
Voer het onderhoud altijd na het loskoppelen van het product van het elektriciteitsnet en de
installatie uit. Schenk het aandacht aan uw veiligheid indien u tijdens werken de plekken
betreedt waar het gevaar van de val dreigt.
Gebruik bij de reiniging van het product geen vloeibare schoonmaakmiddelen, maar alleen een droge
weefsel.
installatie uit. Schenk het aandacht aan uw veiligheid indien u tijdens werken de plekken
betreedt waar het gevaar van de val dreigt.
Gebruik bij de reiniging van het product geen vloeibare schoonmaakmiddelen, maar alleen een droge
weefsel.
4 of 8
5 of 8