ABUS AZ4111 ユーザーズマニュアル

ページ / 20
 
 
11
NL 
OPMERKING:  Er zijn zonetypes die niet uitgeschakeld 
kunnen worden. Er kunnen alleen zones 
uitgeschakeld worden, die ook in de 
programmering van de zone-eigenschap 
vrijgegeven werden. Zones die niet 
uitgeschakeld mogen worden, worden 
met een “X” achter het zonenummer 
weergegeven. Het bedieningselement 
toont: 
 
 
 
 
 
 
Om het alarmsysteem met geblokkeerde zones te 
activeren, gaat u als volgt te werk: 
 
Voer uw gebruikerscode in en activeer een bereik. Het 
systeem geeft een foutsignaal af en in het display staat 
bijvoorbeeld: 
 
 
 
 
 
 
Om het alarmsysteem met de geblokkeerde zone te 
activeren, drukt u op de toets: 
.
 
Heeft u meerdere zones geblokkeerd, druk dan opnieuw 
op de toets, tot u alle zones bevestigd heeft. Wilt u het 
alarmsysteem niet activeren, druk dan op de toets: 
.
 
 
Nadat de laatste zone geactiveerd werd, start het 
alarmsysteem de vertraging. 
 
OPMERKING:  Geblokkeerde zones zijn alleen 
gedurende een activeringsperiode 
geblokkeerd.  
 
9.2 Gebruikerscode 
De eerste gebruikerscode is gelijktijdig de mastercode. 
Met deze code kunt u andere gebruikerscodes instellen 
en gebruikersnamen geven. Het alarmsysteem kan 
maximaal 16 gebruikerscodes opslaan. Elke gebruiker 
moet zijn eigen code hebben. Elke keer dat een 
gebruikerscode wordt ingevoerd, wordt deze in het 
gebeurtenisgeheugen met de gebruikersnummers B001, 
B002, …opgeslagen. 
 
De fabriekscode voor gebruiker 002 t/m 016 zijn x002 t/m 
x016. 
 
Naast de gebruikerscodes is er nog een overvalcode, die 
B017 genoemd wordt. Wordt in plaats van de 
gebruikerscode de overvalcode voor het uitschakelen van 
het alarmsysteem ingevoerd, dan wordt het alarmsysteem 
uitgeschakeld, gelijktijdig wordt echter nog een uitgang 
geactiveerd, die per optionele telefoonkiezer stil 
doorgegeven kan worden.
 
 
De gebruikerscodes B002 t/m B016 en de overvalcode 
B017 werken niet, tot deze gewijzigd worden. 
 
Voor het wijzigen van de gebruikerscode gaat u als volgt 
te werk: 
 
Voer de mastercode in. 
 
Het bedieningselement toont: 
 
 
 
 
 
Druk op de toets: 
4
 
 
Het bedieningselement toont: 
 
 
 
 
 
Voer de gebruikerscode in, die u van plan bent te 
wijzigen. Werd de gebruikerscode nog niet gewijzigd, voer